De Two Oceans Run: een fraaie ultraloop over het Kaapse Schiereiland
Artikelindex
Zuid-Afrika een fascinerend en intrigerend land geheel aan de onderzijde van het grote continent Afrika, wat moet je je daarbij voorstellen? Vanuit m’n reisgids, info vanuit diverse nieuwsmedia en verhalen van collega’s had bij mij zich wel een zeker beeld gevormd, maar of dat beeld wel zuiver en compleet was, viel nog te bezien. Niets is beter dan de situatie met eigen ogen te beschouwen. Wat je dan hoort en ziet, is immers ongefilterd. De Two Oceans Run -een relatief korte ultraloop van 56 km die volgens de info van de marathonorganisatie deels langs de kustlijnen van de Indische en Atlantisch Oceaan loopt-, vormde voor mij de perfecte aanleiding om met dit mooie land kennis te maken. Het loop/reisverslag van deze memorabele looptrip is vrij uitgebreid. Degene die snel via foto's wil kennisnemen van de belevenissen kan dit doen via de volgende hyperlinks: Link naar foto-album Two Oceans Run en Link naar foto-album Zuid-Afrikareis 2010
Kaapstad
Het blijkt overigens niet onomstreden te zijn dat de Kaap de Goede Hoop het scheidingspunt is van de Indische en de Atlantische Oceaan. Er zijn ook meningen volgens welke het echte scheidingpunt bij het meest zuidelijke punt van het continent Afrika ligt, zo’n 170 km oostelijker van Kaapstad: Kaap Agulhas (Agulhas betekent ‘naald’ in het Portugees. Op dit punt werd de scheepskompasnaald niet beïnvloed door magnetische krachten en wees zuiver naar het noorden.) Bij de Kaap Agulhas ontmoeten golfstromen van de Indische Oceaan en de Atlantische Oceaan elkaar. De warme Agulhasstroom (ca 20 graden) stroomt langs de oostkust van Afrika naar beneden en buigt weer terug naar de Indische Oceaan. De zee rondom Kaap Agulhas is berucht wegens winterstormen en reusachtige golven, die 30 meter hoog kunnen worden en zelfs grote schepen kunnen verpletteren. Aan de westzijde stroomt de Atlantische golfstroom langs de kust omhoog en voert relatief koud water mee. Ook in de zomer is het water slechts 14-15 graden. Voor Nederland is Zuid-Afrika een land waarmee we toch wel een speciale band hebben. Dit komt door onze gemeenschappelijke historie uit een verder verleden. De huidige Afrikaners zijn voor het overgrote deel afstammelingen van Nederlandse kolonisten. Zo naar de Afrikaanse taal te beoordelen betroffen het kolonisten uit de drie westelijke provincies van de toenmalige Zeven Provinciën. Het Afrikaans verschilt met name in de werkwoordsvormen met het ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands) en met de dubbele ontkenningen in zinsconstructies. Als je je dit snel eigen weet te maken en de betekenis van een aantal Afrikaanse woorden kent, dan is alles voorde volle 100% te begrijpen.
Er wonen momenteel nog zo’n 8 mln Afrikaners of Afrikaans sprekenden in Zuid-Afrika, iets meer dan 10% van de totale bevolking. De heenreis ving aan op woensdagmiddag 31 maart 2010 om half twaalf vanaf Zaventem, Brussel. De vlucht werd verzorgd door Etihad Airways, een luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Arabische Emiraten. Zowel op de heen- als de terugreis maakten we een tussenstop in Abu Dhabi en in Johannesburg. De verzorging aan boord was zonder meer uitstekend te noemen. Als enig verbeterpunt kan ik de beschikbare beenruimte noemen. Deze was minder dan ik gewend was en op een intercontinentale vlucht is dit toch wel een essentieel punt. Ik moest oppassen dat de bloedsomloop in m’n benen voldoen op gang bleef en moest daarom herhaaldelijk verzitten. Dat maakte de vliegreis tot een wat onrustige onderneming. Op donderdagochtend om circa half negen kwam ik in een zonnig Kaapstad aan. Een taxirit van ongeveer een half uur bracht me naar m’n hostel ‘Backpackers on Penthouse on Long’ in Longstreet. Dit hostel zag er schoon uit en was van alle comfort voorzien. De medewerkers van de receptie waren heel servicegericht en heel slagvaardig. Dit waren goede managers in de dop, dat was zeker. De locatie aan Longstreet was ideaal. Dit is de centrale uitgaansstraat in Kaapstad met veel restaurants, hostels en hotels. Tot ’s avonds laat is het een drukte van belang op straat. Wel zie je een typisch etnische tijdszonering. Overdag zie je overwegend blank publiek in de centrale straten van Kaapstad. ’s Avonds tot negen uur zie je nog steeds toeristen rondlopen, maar tegen het middennachtelijk uur lopen alleen nog locals op straat.
Na m’n bagage in het hostel te hebben gedropt, maakte ik met m’n camera een eerste rondwandeling door Kaapstad. Ik mag het een fraaie stad noemen met meerdere gezichten. De stad beschikt over een zakenwijk met hoge kantoorpanden, die nog net geen wolkenkrabber zijn. Het is het formaat Nationale Nederlanden gebouw aan het Weena. Het oude havengebied, de Victoria and Alfred Waterfront is een fraai herontwikkeld trendy uitgaansgebied. De oude scheepswerven zijn omgebouwd tot prettig lichte winkelcentra met allerlei luxezaken. Midden in de stad ligt een lang lintvormig park: The Company Gardens (de Compagnies Tuin uit de tijd van de VOC). Het park is een oase van rust met allerlei zithoeken en banken. Ook ligt veel publiek relaxt onder de schaduw van de bomen. Het park grens aan het gebied waar zich allerlei regeringsgebouwen (o.a. parlement), musea en een universiteitscomplex bevinden. Om drie uur had ik m’n wandeling door dit gebied voltooid en ging richting Tafelberg. De Tafelberg is iets meer dan 1000 hoog. Bovenop de berg heb je een werkelijk fantastisch mooi uitzicht. Gelukkig was het zicht goed. Je kon tot ver over de Tafelbaai en Kaapstad uitkijken. Het achterland van de Tafelberg was ook fraai. Je keek uit op een woest en ontoegankelijk kustgebied.
De Friendship Run
De volgende dag was de dag waarop de Friendship Run werd georganiseerd. Deze loop is bedoeld om lopers van diverse landen met elkaar in contact te brengen en het internationale karakter van de Two Oceans Run te benadrukken. Bij de New York Marathon is ook iets soortgelijks. Bij deze Friendship Run deden lopers uit 58 landen mee. Op de website van de Two Oceans Run had ik gelezen dat de lopers gevraagd werden om iets mee te nemen dat verwees naar hun land van herkomst. Een vlag bijvoorbeeld. Hoewel ik thuis een vlag heb liggen, vond ik dat toch geen origineel idee. Ik had wat wel iets passenders en ludieks in huis. Het refereerde meteen aan het aankomende WK Voetbal dat in juni in Kaapstad van start gaat. Ik nam m’n oranje voetbal outfit mee. Het bestond uit het uit 2008 stammende brulshirt met een oranje leeuwenpetje.
Het brulshirt viel goed in de smaak bij het publiek en de organisatie. Op de voorzijde van de flap van de brulshirt staat een grote leeuwenkop met priemende ogen die je indringend aanstaren. Til je flap op dan verschijnt een enorme muil met grote hoektanden en een groot gapend keelgat. M’n brulact door met brullend geluid de voorflap op te tillen, bracht hilarische reacties teweeg bij de lopers. Diverse lopers wilden een foto maken alsof m’n leeuw hen verslond. Zij stonden gehurkt onder m’n opgeheven flap met die enorme muil met blikkerende tanden. Ook de Zuid-Afrikaanse tv vond een brul act op de trappen van het Cape Good Hope Centre wel geslaagd. De Friendhip Run heb ik grotendeels tezamen met een groep Nederlanders gelopen. Er was ook een andere Nederlander in de groep, Bertus, die met zijn eveneens oranjevoetbal hoofddeksel opviel. Na afloop van de Friendship Run keerde ik terug naar het ‘ Kaap Goeie Hoop Senter’ om m’n startnummer van de Two Oceans Run en bijbehorend infopakket in ontvangst te nemen. Ik mag zeggen dat de marathonexpo er erg goed georganiseerd uitzag.
De Two Oceans Run
Zaterdag 3 april was het D-day. Om vier uur stond ik op. Tezamen met twee Britten nam ik een taxi naar News Lands een voorstad van Kaapstad. Het was nog fris en aardedonker. De organisatie zag er strak uit. Om half zeven viel de startschot voor de volle afstand van 56 km. Er is overigens ook een 21 km en twee korte fun runs. Kort na de start begon het al licht te worden. Het was een fraai gezicht toen de eerste zonnestralen een bergtop beschenen. Die gouden gloed deed echt recht aan de uitdrukking: “De morgenstond heeft goud in de mond”.
De eerste paar kilometers van het parcours gingen door voorstedelijke bebouwing. Dat was niet spannend. Tussen de 8 en 9 km kwam ik een onverwachts een bekende tegen van de Kilimanjaro marathon een maand eerder In Tanzania. Het was een Duitse marathonloopster die met haar man in Dar es Salaam woont. Na ca 14 km liep het parcours enkele kilometers langs de kust van False Bay die (volgens de Two Oceans Run-organisatie) onderdeel uitmaakt van de Indische Oceaan. Op een gegeven moment ging het parcours door het stadje Muizenberg. De plaats Muizenberg ziet er aardig uit. Er staan veel fraaie landhuizen en een sfeervol Victoriaans station. Vanaf de kust bij Muizenberg is ook een fraai uitzicht op de uitlopers van de bergen van het Kaapse Schiereiland. We liepen enkele kilometers langs de kust naar de plaats Fish Hoek. De oceaan lag er stil en vredig bij.
Kort na Fish Hoek maakte het parcours een kwartslag naar rechts en doorsneed het schiereiland en liep naar de Atlantische zijde. Bij Noordhoek kwamen we weer aan de kust. Deze kuststrook is erg fraai, met name als de kustweg over enkele kilometers omhoog gaat naar Chapmans Peak. Links in de verte zie ja dan nog net de witte vuurtoren op een landtong bij Kommetjie (uit te spreken als Kommikkie). En de goudgele stranden van Noordhoek Beach zijn breed, heel breed. De stijgende weg naar Chapmans Peak was lang. Op enkele plaatsen heb ik zelfs even gewandeld. Op een gegeven moment stond ik ca 200 m boven zeespiegel, terwijl de top van Chapmans Peak (583 m) nog beduidend hoger was. Maar gelukkig voerde het parcours ons daar niet naar toe. De kustweg bereikte bij een smalle doorgang in de rotswand zijn hoogste punt en ging daarna gestaag naar beneden.
Op dit punt waren we bij de ingang van Hout Baai. Dit was een fraai punt in de route. De overzijde van Hout Baai bestond uit donkere rotsen. Om de rotsen hingen donkere wolken die het geheel een mystiek aanzien gaven zoals bij de Schotse Hooglanden. De verzorgingspost op Chapmans Peak was ondergracht in een uit de rotsen uitgehakte tunnel met een open tunnelwand. Daar heb ik van een versnapering genoten die ik nog op geen enkele marathon of andere ultraloop was tegengekomen: een ijsco. Het was roomijs in frambozensmaak. Ik mag zeggen het smaakte uitstekend. Net binnen de ingang van de baai, rechts van de rotsen, was een vissersplaats waar ook veel toeristen kwamen zo te beoordelen aan de vele restaurants en hotels langs de weg. In Zuid-Afrika hebben oudere huizen vaak een fraaie topgevel. Deze staat bekend als de Kaaps-Hollandse architectuur. De topgevel is veelal wit, symmetrisch en rond/geschulpt. Dat de topgevel fors groter is dan het schuine zadeldak erachter heeft een reden: de oversize topgevel voorkomt dat de harde wind het dak wegwaait. Vaak heeft zo’n klassiek huis ook nog de karakteristieke Hollandse schuiframen bestaande uit 16 of 20 vensterraampjes. Deze Kaaps-Hollandse huizen waren bij de vissersplaats Hout Baai regelmatig te zien.
Kort na deze plaats kwam het marathonpunt. De 42,2 km klokte ik in 5.01.01 uur netto. De benen voelden nog goed aan. Ik was expres rustig van start gegaan om van deze bijzondere loop optimaal te kunnen genieten. Dat deed ik volop. En waarom zou ik me moeten haasten? De weersomstandigheden waren prima om te lopen. Het was overwegend bewolkt met af en toe zon, droog, ca 15 graden met wat wind. Om op dribbeltempo door te gaan was dit weertype perfect. Ik was al blij dat ik geen pet nodig had tegen de felle zon. Zou het net zo warm zijn geweest als de dag ervoor, dan was het een zware editie van de Two Oceans Run geworden. De verzorgingsposten onderweg waren prima uitgerust. Lopers konden drinken uit groene zakjes water. Deze waren volop aanwezig. Het water had wel een zekere grondsmaak. Verder was er ook cola, sportdrank en thee. Bij enkele posten waren ook sinaasappels en bananen voorradig. Een verzorgingspost had een wel heel bijzondere soort kost in huis: gekookte aardappels in schil. Deze versnapering heb ik maar niet uitgeprobeerd.
Vlak na het 42,2 km punt passeerde de route een klassieke town ship. Dat was verrassend te noemen. Tijdens de hele route had ik niets anders gezien dan fraaie huizen in het landschap en dan verschijnt opeens een overbevolkt woongebied met ijzeren golfplaten. Het was een schrijnend contrast. De volgende kilometers waren weer stijgend en ditmaal zelfs pittig stijgend. Hier heb ik regelmatig gewandeld. Langs de kanten stonden borden om de lopers een hart onder de riem te steken zoals: “Just 400 m to go to the top” ,” Just 200 m to the top” , “No pain no gain” , “Pain is temporary but glory is forever” . Later verschenen ook in het Afrikaans aanmoedigende teksten zoals “ Vastbyt” en “ Amper klaar, amper daar” (Amper betekent ‘ bijna’ in het Afrikaans.).
De laatste paar kilometers ging door heuvelachtig en bosachtig gebied. Op enkele punten waren prachtige vergezichten op wijngaarden met fraaie landhuizen met Kaaps-Hollandse gevels. De finish kwam toch redelijk onverwachts. Opeens sta je voor de ingang van een evenemententerrein op een grote grasvlakte op een heuvelrand. Bovenop de heuvel stonden grote klassieke gebouwen van een universiteit en een ziekenhuis (check). Het parcours was met dranghekken afgezet. Links en rechts stonden toeschouwers rijen dik achter de hekken. Het publiek was erg enthousiast. De laatste paar honderd meter zijn altijd gedenkwaardig, zo ook bij deze loop. In een flits denk ik dan terug aan alle mooie momenten die ik tijdens de loop heb beleefd en voelde me op dat moment heel tevreden en gelukkig. De Two Oceans Run was binnen en het was een mooie race geweest. Mijn finishtijd van 6.38.25 netto was op zich niet spectaculair te noemen.
Mijn speling tot de tijdslimiet was echter niet groot meer: iets meer dan 20 minuten. Maar goed, ik kwam nog middenin een brede stroom lopers over de finish. Na de finish kwam ik Bertus weer tegen. Hij was vlak na mij geëindigd. Bertus had het tijdens de race stevig voor zijn kiezen gekregen.
De dagen na de Two Oceans Run
De week daarna heb ik een doevakantie gehouden in een buiten Kaapstad. Binnen Kaapstad is de Victoria & Alfred Waterfront, een herontwikkeld gezellig havengebied met veel restaurants en veel luxewinkels. Bezienswaardig zijn ook het Aquarium met zijn twee meter lange witte haaien. Wat een kille meedogenloze uitstraling hebben die witte haaien! Het zijn met recht moordmachines. Met name die grote tanden in zijn bek geeft een witte haai dat negatieve imago. Het lijkt net of een witte haai continu een lelijke grimas trekt.
Een ander bezienswaardigheid is het Kasteel van Goeie Hoop. Voor Nederlandse toeristen is dit een echte aanrader. Je ziet daar in vogelvlucht de historie van Zuid-Afrika in een mooie expositie weergegeven. De expositie bevat informatie over de oorspronkelijke bevolking (Khoina), de Portugese ontdekkingsreizigers, de VOC met de Nederlandse kolonisten, de Engelse kolonisatieperiode en de Boerenoorlog (1899 – 1902).
Een bezoek aan een township is ook een onderdeel dat in een bezoek aan Kaapstad eigenlijk niet mag ontbreken. Het is wel een ontnuchterende ervaring. Een bezoek aan het Robben Eiland is ook een must, maar dan moet de zee een bezoek wel toelaten. Helaas was dat in mijn week niet het geval. In plaats daarvan heb ik wel een boottrip buiten de haven gemaakt. Vanaf de waterzijde is de aanblik van de Tafelberg erg fraai.
Een andere aanrader is de white shark dive bij een paaiplaats van haaien vlakbij Gansbaai. Je wordt dan met enkele anderen in een duikpak in een metalenkooi gestopt en buiten de boot in zee gedropt. De haaien worden dan naderbij met visaas gelokt. Het is de bedoeling dat deze pitbul-guppen heel dicht langs de kooi zwemmen en zo nu en dan in het traliewerk bijten. Dat schijnt een nogal indringende gebeurtenis te zijn. Helaas ging ook mijn White shark dive vanwege ruwe zee niet door.
Buiten Kaapstad zijn het bezoek aan het Kaaps Schiereiland met het Kaaps Nationaal Park en een boottrip naar twee eilandjes mudvol met zeerobben een aanrader. Even buiten Kaapstad ligt een wijngebied (Stellenbosch) waar de vermaarde Zuid-Afrikaanse wijnen vandaan komen. Ik heb het wijnlandgoed Kanonkop bezocht. Tezamen met een Zuid-Afrikaan heb ik nog een vrij verre binnenlandse trip gemaakt naar Oudtshoorn (ca 450 km ten oosten van Kaapstad). Onderweg hebben we een warmwaterbron in Montagu bezocht en bij Oudtshoorn de Cangogrotten. Dit zijn zeer fraaie druipsteengrotten. Ook een bezoek aan de Cango Wildlife Ranch is de moeite waard. Het is een feite een prachtig verzorgde dierentuin waarbij de nadruk op katachtigen (luipaarden, jachtluipaarden, tijgers en leeuwen) liggen. Verder is het aardig om bij Oudtshoorn een struisvogelboederij (Ostrich Farm) te bezoeken. Je krijgt daarbij uitleg over allerlei wetenswaardigheden van een struisvogel. Een aardig onderdeel zo’n het bezoek is een struisvogelrace. Bezoekers tot maximaal 75 kg kunnen onder begeleiding een rit maken op de rug van een struisvogel.
Mijn looptrip naar Zuid-Afrika kende drie looponderdelen. Het laatste onderdeel betrof de marathon van Rotterdam. Dat klinkt gek, maar vanwege het aansluitend tijdsschema tussen mijn aankomst in Brussel (7.55 uur) en de start van de marathon (11.00 uur) was dat haast een natuurlijk gegeven. Om vijf voor elf stond ik op de Coolsingel, weliswaar helemaal achteraan het deelnemersveld maar toch, ik stond er. De marathon ging boven verwachting. Ik ging van start met het idee dat het al mooi zou zijn als ik tussen 4.15 en 4.30 uur zou finishen. Het werd 3.36.47. Het resultaat is haast onbegrijpelijk als ik naar de voorafgaande week kijk. Ik was in een warm land, had daar een week lang rondgeslenterd met m’n fotocamera. Daar krijg je bepaald geen snelle benen van. Verder had ik fiks slaaptekort opgelopen. De laatste twee nachten had ik zelfs maar drie uur geslapen. Voorts had ik bijna een etmaal in een krappe vliegtuigstoel gezeten waardoor mijn benen bewegingsarmoede hadden gekregen. En -last but not least- had ik een etmaal lang op vliegtuigvoer geleefd. Ook niet ideaal te noemen. Ik moet zeggen dat het prima loopweer was: overwegend bewolkt, geen zon, 11 graden met wat wind. Met dit resultaat was ik meer dan tevreden.
Deze marathon beschouwde ik als de afsluiting van mijn looptrip naar Zuid-Afrika. Maar deze afsluiting was eigenlijk meer, het voelde aan als een bekroning. En wat voor een! Gelukkig worden in de zuidelijke staten van Afrika en in Zuid-Afrika zelf nog verschillende andere prachtige lopen georganiseerd. De Comrades Runs is er een van en de Victoria Falls in Zimbabwe is een andere. Ik kom dus zeker nog minimaal een keer terug. Daarom zeg ik: Suid Afrika, hartlik dankie vir die gasvryheid en sekerlik tot siens!
Raymond
Link naar foto-album Two Oceans Run
Link naar foto-album Zuid-Afrikareis 2010
Tags: Ultralopen