Rottemerenloop 2014: Holland op zijn mooist
Er zijn momenten dat alle puzzelstukjes precies op hun plaats vallen waardoor een bepaalde gebeurtenis werkelijk schitterend wordt. Zo ook m’n Rottemerenloop van 24 uur vlak voor Pasen 2014. Het was werkelijk Holland op zijn mooist. De loop heb ik overigens gedaan als training voor een ultraloop in Griekenland op 15 en 16 juni: de Nemea-Olympia Ultramarathon van 180 km in 28 uur. Deze loop gaat tussen Nemea naar Olympia op het schiereiland Pelopponesos: twee van de vier steden waar de Antieke Olympische Spelen uit de Oudheid werden gehouden. Maar laat ik eerst kort ingaan op de pracht van het voorjaar in het Lage Land.
De Rottemeren in het voorjaar
Het vlakke Nederland met zijn zware luchten staat bekend om zijn weidsheid van het landschap hetgeen velen een groots gevoel van vrijheid geeft. Het vlakke landschap geeft de lucht meer ruimte voor impressie. Wisselingen in weertype vallen meer op. De grillige maand april is daarbij een ideale maand om deze afwisseling te beleven. Helderblauwe lucht wordt snel afgewisseld met donkergrijze dreigende wolken met scherpe randen en kort daarna zweven weer schapenwolken in de lucht. Heel bijzonder allemaal. Tijdens mijn 24-uursloop heb ik dit fenomeen fotografisch goed kunnen vastleggen.
Wat ook bijzonder is de explosie aan leven en groeikracht van de natuur. Dit is weer eigen aan onze seizoenswisseling. In de maanden april tot en met juni zijn de weiden, bermen en dijken hier te lande werkelijk bloemenzeeën. Het geel van de koolzaad en het wit van de fluitekruid zijn prominent aanwezig. Maar er groeien ook allerlei ander prachtige veldbloemen waarvan de bloemen -als je ze nader bekijkt- toch ook heel bijzonder zijn en onze bewondering verdienen. Ik denk hierbij onder meer aan de paardenbloem met zijn honderden getande kroonblaadjes, breed weegbree, dotterbloem en hondsdraf. Ook allerlei bomen staan prachtig in bloei. Langs het riviertje de Rotte zag ik bloeiende appelbomen, een uitbundig bloeiende Japanse kers en ook wilgenbomen die 5 tot 6 cm lange bloeiaren hadden vol met gele meeldraden die radiaal naar alle kanten uitstaken.
Ook de diversiteit aan vogels trof mij. Zo zag ik diverse fazantenhanen parmantig langs m’n looproute paraderen. Kieviten en scholeksters scheerden al kwetterend en tierelierend over het weidse land. En in de rietkragen hoorde ik allerlei geluiden van zangvogels, maar mijn ornithologische kennis schiet te kort om deze te kunnen benoemen. In en op het water zag ik eenden, ganzen, zwanen, meerkoeten en waterhoentjes en aan het einde van het tweede Rottemeer zag ik een aalscholverkolonie hoog in het elzenbos waarbij tientallen zwarte aalscholvers met veel geluid nadrukkelijk aanwezig waren. Wat ik heel bijzonder van deze vogels vind, is dat ze vaak met de vleugels uitgespreid en met de kop haaks op de zon gekeerd zich koesteren in de warme zon. Ik neem aan dat ze dan zich aan het drogen zijn na hun visjacht onder water.
Ook typische Hollandse architectonische cultuurelementen zoals windmolens, sluizen, bruggen, zeilboten met bolle zeilen deden een duit in het zakje om deze loop speciaal te maken. Het is aardig om deze objecten te fotograferen op verschillende tijdstippen van de dag en ook bij wisselende luchten. Aan het einde van de Rotte, vlak voor de spoorlijn Den Haag – Gouda staan vier molens: de Molenviergang geheten. Deze molens moesten ooit de betreffende polder (de Tweemanspolder) droogmalen. Thans is die functie overgenomen door een elektrisch gemaal vernoemd naar ir. De Graeff. De vier molens zijn prachtige objecten om overdag bij zonlicht te fotograferen, maar ook ’s nachts in het oranje licht van de tuinderskassen van nabijgelegen dorpen zoals Nieuwerkerk aan den IJssel en Moerkappelle. Het oranje licht is weliswaar lichtvervuiling, maar uit fotografisch oogpunt geeft het wel een bijzonder effect. Zo heb ik een juweel van een foto kunnen maken van een groep eenden op een steiger waarbij de diepzwarte eendensilhouetten prachtig afstaken tegen de oranje lucht.
In de duistere nacht lopen is ook bijzonder. Helemaal als de maan hoog aan de hemel staat en het ijle witte licht wordt weerkaatst op het water. Ook dit kon ik tijdens mijn 24-uursloop vastleggen. Een ander bijzonder moment was de zonsopgang. Om even na 6.00 uur in de ochtend brak de dageraad aan. In het oosten kleurde de horizon vuurrood en binnen een half uur stond een prachtige gouden schijf boven de einder.
Op en langs het water werd er volop gerecreëerd. Zo zag ik op de Rotte zeilboten, een vier (roeiboot) en op de naastgelegen roeibaan werd op de ochtend van Paaszaterdag volop geroeid door studentenroeivereniging Skadi. Gezien de grote hoeveelheid boten op trailers werd die dag op de roeibaan waarschijnlijk een varsity gehouden. Op diverse vissteigers langs de Rottemeren maar ook in het Lage Bergsche Bos hadden vissers op hun visstek plaatsgenomen. Zij hadden daar vaak een dagje uit van gemaakt want de meesten hadden een visserstent en veldbed en opblaasboot bij zich. Het was een vorm van nacht/kampeervissen. Verder hadden diverse watersporters hun motorboot afgemeerd aan de steigers in de Rottemeren. Kortom het was een bont gemêleerd gezelschap aan mensen en dieren.
De loop zelf
Het was voor de tweede maal dat ik op eigen gelegenheid een 24-uursloop rond de Rottemeren deed. Het is een perfecte trainingslocatie voor deelnemers op de ultralange afstand. Voor het echte lange werk is deze locatie uitermate geschikt omdat het rondes zijn van vrijwel 10 km en de route niet wordt doorkruist door wegen. Vanwege de looprondes kun je ergens langs de route zelf een verzorgingspost inrichten waardoor je onafhankelijk kunt trainen van georganiseerde loopevenementen. De eerste keer had ik dit gedaan op 6 september 2013. Ik was toen met de fiets met twee volle tassen aan proviand naar Peter van Vliet (botenverhuur Van Vliet) op de engte tussen de twee Rottemeren gegaan en had daar mijn fiets gestald. Een fiets als verzorgingspost bleek om meerdere redenen toch niet optimaal te zijn. De fietstassen waren weliswaar afsluitbaar, maar een grapjas kan toch spullen meenemen hetgeen je training danig in de war kan schoppen. Verder moest ik herhaaldelijk diep spitten in de tassen hetgeen onnodig tijdsverlies opleverde.
Deze eerste 24-uursloop had mij enkele waardevolle leermomenten opgeleverd. Zo had ik vastgesteld dat de eetmomenten zo veel mogelijk al bewegend moeten worden benut. Stilstand betekent onherroepelijke verstijving van benen hetgeen de start van een nieuwe loopronde ernstig bemoeilijkt. Zo was het na 60 km van mijn eerste Rottemerenloop verschillende keren gebeurd dat ik ruim 1,5 km nodig had voordat ik weer in een prettig loopritme kwam. Dit moest dus op deze tweede Rottemerenloop anders. Een ander belangrijk leermoment was het aanvangstijdstip van de 24-uursloop. M’n eerste Rottemeren 24-uursloop was ik om ca 21.15 uur begonnen. Mijn gedachte hierachter was dat ik hierdoor makkelijk de nacht zou doorkomen en weinig last van slaapaanvallen zou krijgen. Mijn gedachte bleek slechts deels juist te zijn. Ja inderdaad, tijdens de nacht had ik nergens last van, maar als loper heb je wel snel te maken met een slaaptekort. De middag van de volgende dag was werkelijk verschrikkelijk. Als ik m’n gezwollen, slaperige kikkerogen op de foto’s terugzie….. Ook dit moest anders. Een derde leermoment betrof de samenstelling van het proviand. Tijdens m’n eerste 24-uursloop had ik bemerkt dat m’n lichaam behoefte had aan friszure zuivelproducten zoals yoghurt en kwark en veel fruit. Brood (mueslibroodjes en krentenbollen) zijn op zich wel voedzaam, maar ik kreeg het op den duur moeilijk weggeslikt. Aldus nam ik op m’n tweede 24-uursloop een auto mee als mobiele verzorgingspost. In de kofferbak lagen twee boodschappenkratten volgestouwd met meest uitlopend proviand. De kratten waren makkelijk doorzoekbaar hetgeen m’n tijdsverlies zou minimaliseren. Verder besloot ik zo rond het middaguur te starten met hardlopen, maar uiteindelijk startte ik iets later dan gepland, namelijk om 13.22 uur.
Mijn insteek was om op mijn tweede Rottemeren 24-uursloop zo ergens tussen 160 en 180 km te lopen en liefst zo constant mogelijk. Deze lange loopafstand was voor mij psychologisch erg belangrijk. Het zou een perfecte overbrugging zijn van m’n huidige langste loopafstand (Rottemeren 130 km, 6 september 2013) naar de 180 km van de Nemea-Olympia. Maar tijdens de eerste ronde bemerkte ik al dat mijn ambitie nogal hoog was. Mijn benen waren erg zwaar. Kennelijk speelden Limburgs Zwaarste (100 km) twee weken daarvoor en de Rotterdam marathon (vijf dagen eerder) mij nog parten. Ook meldde het linker scheenbeen zich herhaaldelijk in de beginfase. Ik had een lichte vorm van shin splints. Het was een wat zeurderig gevoel dat nog net geen pijn was. Het was dus geen alarmsignaal van het lichaam, maar wel een attentiesignaal waarmee ik rekening moest houden. Als ik m’n loopsnelheid matigde, verdween het zeurderige gevoel weer en dan kon ik onbekommerd verder lopen.
Tijdens m’n eerste loopronde was het overwegend zonnig weer en daardoor kon ik het fraaie Hollandse landschap in lentetooi goed vastleggen. Het heeft wel de nodige tijd gekost, maar dat had ik er graag voor over. In onderstaande tabel staan de resultaten van m’n looprondes. De start was op vrijdag 18 april om 13:22:40 uur en de finish om 12:54:57 de daaropvolgende dag.
Ronde |
Netto kloktijd |
Bruto looptijd |
Netto looptijd |
Eetpauze |
Aantal foto’s |
1 |
0:00:00 |
1:49:05 |
1:42:26 |
6:39 |
277 (5082) |
2 |
3:09:20 |
3:12:36 |
1:20:15 |
3:16 |
122 (5204) |
3 |
4:22:27 |
4:25:07 |
1:09:51 |
2:40 |
18 (5222) |
4 |
5:32:55 |
5:38:30 |
1:07:48 |
5:35 |
5 (5227) |
5 |
6:48:33 |
6:57:04 |
1:10:03 |
8:31 |
4 (5231) |
6 |
8:13:07 |
8:19:06 |
1:18:03 |
5:59 |
38 (5269) |
7 |
9:31:16 |
9:34:27 |
1:12:10 |
3:11 |
9 (5278) |
8 |
10:53:33 |
10:58:19 |
1:19:06 |
4:46 |
14 (5292) |
9 |
12:21:59 |
12:28:35 |
1:23:40 |
6:36 |
26 (5318) |
10 |
13:54:13 |
16:34:54 |
1:33:28 |
2:40:47 |
31 (5359) |
11 |
18:06:59 |
18:12:13 |
1:31:05 |
5:14 |
83 (5442) |
12 |
19:37:29 |
19:40:25 |
1:25:16 |
2:56 |
42 (5484) |
13 |
20:54:33 |
20:57:25 |
1:14:08 |
2:52 |
13 (5497) |
14 |
22:11:10 |
22:15:29 |
1:13:45 |
4:19 |
6 (5503) |
15 |
23:32:17 |
|
1:16:48 |
|
28 (5531) |
Twee zaken in de tabel vallen op. Zo is heel goed te zien dat ik na m’n tiende ronde om ca kwart over drie ’s nachts een scherpe inzinking kreeg en noodgedwongen een pauze moest inlassen. Ik werd misselijk en klappertandde van de kou. Dat laatste had een oorzaak. Ik had een ernstige fout gemaakt door geen vochtdoorlatend thermoshirt mee te nemen en liep in een t-shirt met daarover een pully met lange mouwen en daarover weer een winddicht, maar geen vochtventilerend trainingsjack. Het transpiratievocht was opgehoopt en maakte dat ik in de kille nacht met 5 graden het opeens steen- en steenkoud kreeg. Ik was zielsgelukkig dat ik een auto bij me had, waarbinnen ik me aan de kachel kon warmen en even een hazenslaap kon doen. Effectief heb ik ca anderhalf uur geslapen. Het tweede opvallende aspect is de invloed van foto’s. In de rondes 4, 5 en 7 heb ik nauwelijks foto’s gemaakt en liep toen gemiddeld 1:10 uur over 10 km. In de laatste loopronde heb ik ca 1:17 gelopen en heb ca 30 foto’s genomen zonder in te zoomen (hetgeen extra tijd vergt). Dat wil zeggen 30 foto’s kosten 7 minuten (420 seconden) ofwel elke foto kost 14 seconden per foto. Loopronde 6 liep ik in ca 1:18 uur en maakte 38 foto’s. Ofwel 38 foto’s kosten 8 minuten (480 seconden) ofwel 12,63 seconde per foto.
Hier en daar zijn de rondetijden ook beïnvloed doordat ik me verkleedde of een sanitaire stop moest maken. Ik denk dat een van alle invloeden geschoonde loopronde ca 1:10 uur kost. Ofwel 70 minuten over 10 km. Dit houdt in 60 minuten (60/70 van 70 min) over (60/70) x 10 km is 8,57 km per uur.
Voedingsmiddelenverbruik
Op de 15 rondes heb ik de volgende etenswaren verbruikt: 1 x vruchtenkwark (500 ml), 2 x Franse kwark (250 ml), 1 x Griekse yoghurt (500 ml), 2 dikke plakken jonge kaas, 1 x havermoutpap (500 ml), 1 x griesmeelpap (500 ml), 6 mueslibollen en 4 gekookte eieren. pan met macaroni (2 maal een bakje van 300 ml gegeten), 6 bananen, 5 doosjes rozijnen, 1 x bitterkoekjesvla (500 ml), 5 mini milky ways.
Als drank verbruikte ik ca 5 liter water, 2 pakken volle melk, 1 pak dubbeldrank (sinaasappel/perzik), 1 pak sinaasappelsap, 1 pak grapefruitsap en 1 pak druivesap, 1 thermoskan koffie.
Ik had ook 1 kg appels en 1 kg sinaasappels bij me, maar vanwege de vruchtdranken had ik daaraan geen behoefte. Ook de zak gedroogde dadels en pot met rundvleesbouillon liet in ongebruikt. Van de pakken vruchtensap heb ik ongeveer de helft verbruikt. Hetzelfde geldt voor de jerrycan met water (10 liter).
Conclusies
Uit bovenstaande tabelresultaten en ervaringen tijdens het lopen trek ik de volgende conclusies:
- Geschoond van allerlei invloeden en abstraherend van incidentele inzinkingen kan ik tot aan het einde toe (150 km) m’n loopsnelheid redelijk constant houden. Dat is op zich bemoedigend.
- Zou ik geen inzinking hebben gehad en daadwerkelijk 24 uur hebben gelopen dan had ik effectief 3 uur langer gelopen à 8,5 km per uur ofwel 25 km extra. Dan had ik ruim 170 km gelopen. De tijdslimiet op de Nemea-Olympia Ultramarathon (180 km) is 28 uur. Deze tijdslimiet is dus heel krap voor mij. Bovendien is de Pelopponesos een heuvelachtig landschap.
- Dat ik tijdens de tweede 24-uurs Rottemerenloop zo mooi constant kon lopen, heeft een zekere verklaring. Ik had een ruime selectie aan voedingsmiddelen bij me en kon naar behoefte eten. Op dit punt zat volstrekt geen knelpunt. In m’n maag zat continu een zekere hoeveelheid voedsel en vocht waardoor ik elk gevoel van honger op ruime afstand kon houden.
- Ook heb ik kunnen constateren dat ik op dribbeltempo toch op vetverbranding kan lopen. Voor de ultralange afstand is dit beslist noodzakelijk. Diverse rondes van de tweede 24 uurs Rottemerenloop heb ik puur op vruchtenkwark, Franse kwark en Griekse yoghurt kunnen lopen, met hier en daar als afwisseling: havermoutpap en griesmeelpap.
Hoe nu verder?
Om enig uitzicht te krijgen op succes op Nemea-Olympia, moeten minimaal de volgende zaken op orde zijn.
- De benen moeten fris zijn en niet zwaar. Ook mag op D-day het lichte gevoel van shin splints niet meer aanwezig zijn. Dit houdt in dat ik de komende weekenden de loopafstanden heel gematigd zal houden en gedurende de laatste twee weken voor Nemea-Olympia niet verder zal lopen dan 15 km per training.
- Op diverse verzorgingsposten moet ik eigen voedingsmiddelen laten bezorgen om m’n loopsnelheid op peil te kunnen houden. Gezien de zuinige inrichting van de verzorgingsposten op de Spartathlon (ook op de Pelopponesos) zal dit wellicht noodzakelijk zijn.
- Het aantal foto’s onderweg moet ik zo veel mogelijk beperkt zien te houden. Als elke foto gemiddeld 12 seconden kost, moet ik over die 180 km dus geen 1.000 foto’s nemen. Daarmee zouden dus 12.000 seconden mee gemoeid zijn ofwel 200 minuten, dus bijna 3,5 uur. Tijdens deze tweede Rottemerenloop nam ik 726 foto’s. Dat betekende dat ik bijna 2,5 uur bezig ben geweest met foto’s maken. Onvoorstelbaar!
- Goede variatie aan kleding. Een thermoshirt moet mee. ’s Nachts ligt in de Pelopponesos de temperatuur slechts een paar graden boven nul.
Maar goed, ik kijk met heel veel plezier terug op deze tweede Rottemeren 24-uursloop, ook al had ik naast verkeerde kleding nóg een ernstige fout gemaakt. Nee, het is eigenlijk veel en veel erger. Het is gewoon een blunder. Ik ben namelijk gewoon een loopje af te sluiten met een heerlijk, honingblond, friszuur biertje. Deze beloning is mijn vaste traditie. In mijn omvangrijke bagage zat dus een hoog bierglas en een flessenopener. Maar laat dat flesje Wieckse Witte nou thuis in m’n koelkast zijn blijven staan……
Raymond
Link naar fotoalbum
Tags: Ultralopen