De marathon van Berlijn: een leuk weerzien met onverwachte verrassingen
Als geregeld marathonloper loop ik een marathon op een bepaalde plaats doorgaans slechts één keer, uitzonderingen daargelaten zoals de marathon van Rotterdam. Berlijn had ik in een verder verleden, september 1998 al eens gedaan. Het was toen mijn vierde marathon en in die tijd maakte ik nog geen foto’s onderweg. Een prima aanleiding dus om deze marathon opnieuw te doen en nu fotografisch goed te documenteren. Binnen de road runners waren meer lopers voor deze marathon. Kees Verburg had enige maanden daarvoor al aangegeven dat hij Berlijn zou gaan doen. Daarmee zou hij de draad van het marathonlopen weer oppakken. Verder had Rogé Cuijpers aangekondigd dat hij in Berlijn zijn marathondebuut ging doen. Andere deelnemers waren Nynke van Zorge (off the road) en Masja Straetemans. Tenslotte meldde zich heel onverwachts een andere debutant op de marathon aan: Leon Persoon. Maar daarover later meer.
Op vrijdagmiddag 18 september vertrok ik om half twee van huis om Leon op te halen. Het was zijn bedoeling om in Berlijn een 10 km loop te gaan doen. Hij had Berlijn nog niet eerder bezocht en een hardloopevenement zou daarvoor een prima aanleiding zijn. De autoreis op de heenweg verliep anders dan verwacht. Nederland was één grote file. Wellicht was het zonnige weer op de vrijdagmiddag er debet aan dat men massaal vervroegd het weekend inging. Om half een ’s nachts kwamen we in Berlijn aan. We hadden onderdak bij Gero Kloppmann, een oud-road runner en een oud-huisgenoot van mij. Gero woont daar tezamen met zijn vriendin Anne in een perfect gerestaureerd voormalig koetshuis op de binnenplaats van een groot historisch huizencomplex in de stadswijk Prenzlauer Berg. Prenzlauer Berg is een gezellige stadswijk dat direct ten noordoosten van het centrum ligt met veel kroegen, restaurants en allerhande soorten winkels. Daar wonen veel studenten, yuppen en gezinnen met jonge kinderen. Zoals vanouds bezegelde ik deze lange autorit met een Duits soort witbier: Hefeweizen Hell en Hefeweizen Dunkel.
Op een zonnige zaterdagochtend togen we met huurfietsen op pad naar het centrum. Het was heerlijk om buiten te zijn. Bij de Brandenburger Tor en de Reichstag was al het een drukte van belang. Er stonden overal dranghekken opgesteld, onder andere voor de marathon van morgen. Na enig sightseeing (o.a. het museum over de slachtoffers van de WO II en het passeren van de beroemde voormalige doorlaatpost Checkpoint Charlie tussen Oost- en West-Berlijn) gingen we naar het voormalige vliegveld Tempelhof om daar onze startnummers op te halen.
Tempelhof lag in het zuiden van Berlijn en was van 24 juni 1948 tot mei 1949 tijdens de Berlijnse Blokkade als luchtbrug de enige verbindingsmogelijkheid tussen West-Berlijn en het Vrije Westen. De luchtbrug was succesvol maar het kostte wel 70 piloten en 8 leden van het grondpersoneel het leven. Op het vliegveld was het een drukte van belang. Bij een informatiebalie vernamen we dat op zondag geen 10 km-wedstrijd zou worden gehouden. Deze loopafstand was op de zaterdag zelf al georganiseerd. Wat nu? Leon had zich mentaal al helemaal op ingesteld om deel te nemen aan deze wedstrijd. Hij had zich daarvoor de moeite getroost van een lange autorit van ruim 750 km. Uiteraard wil je dan de gedane moeite verzilverd zien.
Leon gaf aan dan maar de marathon te willen doen. Deze situatie kende ik. Het was precies eender als in november 2004 in Orléans met Hans Moerman (off the road). Maar hoe kwamen we nog aan een startnummer? Na-inschrijving was namelijk niet meer mogelijk. Toevallig wist ik dat Arjan Bos (off the road) zich ook had ingeschreven voor de marathon. Uiteindelijk had hij besloten om toch niet deel te nemen. Binnen de road runners en daarbuiten had ik een stevige lobby op touw gezet om een gegadigde te vinden voor zijn startnummer, maar dat was per saldo zonder resultaat gebleven. Nu echter deed zich onverwachts een gelegenheid voor. Ik belde naar Arjan om te vragen of zijn startnummer nog vrij was en zo ja, of hij het goed vond dat Leon zijn startnummer kon overnemen. De telefoonlijn was bezet. Een kwartier later probeerde ik het nog eens. Weer die bliksemse bezettoon. Leon probeerde het ook en hoorde dezelfde toon. Lag de hoorn soms van de haak? We gingen terug naar de infobalie. Ik informeerde of het mogelijk was dat we het startnummer van een marathonloper, ene Arjan Bos, konden laten overzetten op naam van een andere loper: Leon Persoon. Uit de computergegevens bleek dat het startnummer nog steeds op naam stond van Arjan en ook dat reeds was betaald. De betreffende medewerkster hoorde ons verhaal aan en toonde zich bereidwillig. Toch was ze niet zeker of ze een startnummer op naam een andere loper mocht overzetten. Zij informeerde daarom bij haar ervaren buurvrouw aan de infobalie en die toonde zich onverbiddelijk. We konden alleen het startnummer meekrijgen als we de inschrijfbevestiging van Arjan konden overleggen. En die hadden we natuurlijk niet. Leon en ik gingen naar buiten om nogmaals naar Arjan te bellen. De telefoonlijn was nog steeds bezet. Ik zond nu met m’n mobieltje een mailbericht naar Arjan met het verzoek of hij zijn inschrijfbevestiging mij per omgaande wilde mailen als zijn startnummer nog steeds vrij was. Hopelijk zat Arjan thuis achter zijn computer. Een reactie bleef uit. De tijd tikte door en we moesten tot een oplossing komen. We namen een gok. Ik ging terug naar de infobalie en zocht een andere medewerkster uit. Ik gaf aan dat ik mijn startnummer wilde ophalen en ook het startnummer van een vriend van mij uit Nederland, ene Arjan Bos, die nog met de auto onderweg was naar Berlijn, maar die niet tijdig zou aankomen om zijn startnummer te kunnen afhalen. Ik gaf de medewerkster het startnummer van Arjan op die ik zojuist met m’n mobieltje via het internet had getraceerd. M’n verhaal kwam heel geloofwaardig over en had succes. De medewerkster noteerde mijn naam en maakte een print van een vervangende inschrijfbevestiging voor Arjan.
Leon en ik waren opgetogen want Leon kon nu zijn marathondebuut doen. We liepen door de hangars van het vliegveld waarbinnen een enorme marathonexpo gaande was. We haalden de startnummers op en liepen naar buiten. Hoewel we blij en opgelucht waren, knaagde er toch iets bij ons. Stel nu dat Arjan iemand anders had gevonden voor zijn startnummer en dat deze persoon het startnummer nog moest afhalen. Als deze persoon met de inschrijfbevestiging van Arjan bij de infobalie zou komen en daar zou vernemen dat het startnummer inmiddels was afgehaald…. Dat was onbestaanbaar en onverteerbaar! We moesten Arjan spreken. Weer deden we een belpoging. En jawel, dit keer hadden we succes. We kregen direct Arjan aan de lijn. Ik informeerde of zijn startnummer nog vrij was. Dat was het geval. We slaakten een diepe zucht van opluchting. Ik vroeg Arjan of hij ermee instemde dat Leon zijn startnummer zou overnemen. Dat was geen bezwaar. Arjan vertelde me dat we dan wel zijn inschrijfbevestiging nodig hadden. Hij vroeg of hij het even moest mailen. Ik vertelde hem dat dat niet nodig was omdat er ook een andere mogelijkheid was om startnummers te kunnen afhalen. Dit was geheel volgens de waarheid, immers we hadden zijn startnummer al! Arjan klonk verbaasd. Het was een nogal bizar gesprek. Aan de ene kant waren we erg opgelucht en aan de andere kant was het op dat moment niet opportuun om Arjan te vertellen dat we zijn startnummer reeds in ons bezit hadden. Dat zou een staaltje van een wel erg eigenmachtig optreden zijn. Sorry Arjan! Circumstances were urgent.
Na dit hectische intermezzo gingen we terug naar Gero. Op de terugweg passeerden we een stuk Berlijnse Muur. In de stad waren nog op enkele plaatsen nog korte restanten van dit gehate bouwwerk overeind blijven staan. Bij de muur was ook een parkeerterrein met ca 30 Trabantjes (de Dafjes van de DDR). Deze kon je huren als ludiek vervoermiddel door de stad. Je kon daarmee een ‘Trabi safari’ door Berlijn maken. Onlangs was bekendgemaakt dat van de Trabant een nieuw, milieuvriendelijker versie komt. De aandoenlijk ogende Trabant -in wezen een miniatuur locomotief- krijgt zo zijn wedergeboorte net als andere klassieke soortgenoten zoals de Kever, de Mini en de Fiat 500. Onze terugweg voerde ons langs bezienswaardigheden zoals het Berlijns theather, de Deutsche und Französische Kirche, de Berliner Dom, het Rathaus en de 365 m hoge Fernsehturm (tv-zendmast) van de voormalige DDR. De laagstaande avondzon zette de gebouwen in een prachtige gloed. Vooral de Berliner Dom was schitterend belicht in gouden stralen.
’s Avonds hadden we bij Gero en Anne een bbq in de tuin. Diverse vrienden van Gero, inmiddels oude bekenden van mij, waren daarbij ook aanwezig. Als afsluiter zochten we in de stadswijk Kreuzberg Kees en zijn vriendin Cilia en Johan Polet (off the road) op en klonken alvast op het goede verloop van de marathon van morgen.
Op zondagochtend 20 september om zeven uur ging de wekker. Een blik naar buiten leerde dat de lucht strakblauw was en dat het dus een warme dag zou worden. We hadden wel enige haast want om negen uur was de start. Deze was vlakbij de Brandenburger Tor. Na enig gedoe met de S-bahn (een soort stadsspoorlijn) kwamen we enkele minuten voor negen aan op Hauptbahnhof Berlin. We spoedden ons naar de kledingdepots om daar onze tassen af te geven. Bij mijn kledingdepot had ik wat gehannes. Mijn startnummer, die begon met een hoofdletter F, bleek die van een vrouw te zijn. Hoe is het mogelijk! (Men zij er overigens op bedacht dat een spontane geslachtsverandering van hardlopers in Duitsland wel vaker voorkomt. Zo was ook Marijn vorig jaar in Kassel een spontane mutant.) De medewerkster van het dameskledingdepot vond het niet kunnen dat een kledingtas van een vent tussen die van dames zou hangen en begon te sputteren. Op dat moment was ik niet meer benaderbaar voor discussies. Ik gaf haar te verstaan dat ik gezien de tijdsdruk onmiddellijk naar mijn startvak moest gaan en liet haar verbouwereerd met mijn tas achter.
In ons startvak G (de echte recreanten) kwam ik verrassenderwijs een ‘bekende’ tegen. Dat wil zeggen, deze bekende herkende mij. Het was een Brit die in november 2007 in hetzelfde ‘casa particular’ (bed & breakfast) in Havanna logeerde als ik. Wat is de wereld toch klein. Met een startvertraging van bijna 22(!) minuten overschreden Leon en ik de startlijn. Aan deze 36ste editie van de Berlin Marathon deed een recordaantal lopers mee: 40.923 uit 122 verschillende landen. Uiteindelijk zouden daarvan 27.934 mannen en 7.060 vrouwen de finish halen. Dat betekende dat 5.929 lopers ofwel 14% van het totaal niet aan de start was verschenen en/of de finish niet had gehaald. De sfeer langs de route was vrolijk. Op 70 plekken langs de route stonden bandjes en orkesten opgesteld die allerhande muziekstijlen vertegenwoordigden. Ook het publiek roerde zich met allerlei toeters, ratels, pannen en pannendeksels. De marathonroute liep langs allerlei bezienswaardigheden van Berlijn waaronder: de Siegessäule, de Reichstag met allerlei regeringsgebouwen en ministeries en de Gedächtniskirche. De route liep aan het eind over de bekende Unter den Linden boulevard, ging door de Brandenburger Tor en eindigde op de Strasse des 17. Juni waar een paar honderd meter verderop de start was.
De marathon verliep in het begin soepel. Weliswaar zaten we in het begin vast in de massa, maar dat had ook een voordeel. We sprongen zo zuinig om met onze energie. Even voorbij het 15 km punt kwamen we een lichtkrant tegen waarop was aangegeven dat Haile Gebrselassi de marathon in 2.06.08 had gewonnen. Dat was 2 minuten en 9 seconden langzamer dan zijn wereldrecord van het voorgaande jaar (2008). Deze uitslag was jammer maar gezien de felle zon wel voorspelbaar. Het halfmarathon punt passeerden wij in 2.12.35 en het 25 km punt in 2.37.54. Tot zover ging alles gesmeerd. We constateerden dat veel deelnemers inmiddels aan het sjokken waren. Wij daarentegen hoefden nog niets op onze snelheid in te leveren. Leon ging over op een beduidend hoger tempo. Ik waarschuwde hem niet voortijdig te gaan versnellen, want dan zou hij beslist de man met de hamer tegenkomen. We spraken af dat we vanaf het 30 km punt ieder onze eigen wedstrijd zouden lopen. Leon rondde de 30 km in 3.07.10 en ik in 3.07.36.
Het begon nu echt warm te worden. M’n honkbalpet bewees goede diensten. Wat me opviel dat veel deelnemers waren overgegaan tot wandelen. Dat geeft je een mentale opkikker. Je kunt dan rustig laverend tussen de wandelaars doorlopen. Het 35 km punt kwam in 3.37.21. Dat was vlakbij de Gedächtniskirche. Het 40 km punt kwam in 4.08.19. M’n loopsnelheid schommelde nog steeds stabiel rond de 30 minuten op de 5 km. In gunstige weersomstandigheden loop ik gemiddeld 5 minuten sneller op de 5 km, maar gezien de felle zon was dit het maximaal haalbare.
Een markant punt is het 41 km punt. Je komt dan op de boulevard Unter den Linden, waarbij je in de verte de Brandenburger Tor al kunt zien. Kort daarachter moest ergens de finishpoort staan. Langs de weg stonden links en rechts veel toeschouwers en muziekgroepen. Het passeren van de Brandenburger Tor met de strijdwagen er bovenop was voor mij een hoogtepunt van deze marathon. Het lopen door zo’n ereboog -het symbool van de overwinning- vlak voordat je zo’n zware klus hebt geklaard, is toch wel heel toepasselijk. Het succesvol afronden van een marathon is immers een overwinning op jezelf. Als het lopen zwaar wordt dan wordt een wedstrijd een gevecht tussen lichaam en geest. Op de laatste tweehonderd meter van de marathon waren tribunes langs de route opgesteld. Uit de luidsprekers langs de route klonk opzwepende doedelzakmuziek. Ergens in de buurt speelde een doedelzakspeler een overwinningsmelodie. En juist toen ik bij de tribunes kwam, was het lied ten einde en begon het publiek massaal te juichen. Dit was een kippenvelmoment. Op 4.21.45 kwam ik binnen. M’n marathontijd was weliswaar niet super, maar ik heb intens genoten van deze race. De organisatie heeft werkelijk alle registers opengetrokken om er een mooie wedstrijd en een echt feest van te maken. De verzorgingsposten waren uitstekend voorzien. Er waren bovendien volop bananen en appels voorhanden, wat toch wel uniek is bij zo’n groot deelnemersveld.
Even wat gegevens voor de statistieken. Deze 36ste marathon van Berlijn was een dubbelzege voor Ethiopië. De eerste plaats bij de heren was voor Haile Gebreselassi (2.06.08 netto). De eerste plaats bij de dames was voor de Atsede Besuye (2.24.47). Haile heeft aangegeven volgend jaar terug te komen want hij wil zijn wereldrecord nog verder aanscherpen. Gezien zijn leeftijd (36 jaar) zou het nog kunnen, maar het wordt wel kort dag. Van Atsede gaan we in de toekomst wellicht nog veel horen, want zij is slechts 21 jaar. De finishtijden van de road runners en off the roads waren als volgt: Heren: 1. Leon Persoon 4.09.31; 2. Raymond Barkman 4.21.45; 3 Rogé Cuijpers 4.27.25; 4 Kees Verburg 5.03.59. Dames: 1. Nynke van Zorge (3.14.06); 2. Masja Straetemans (3.52.44). Ik wil hierbij de dames feliciteren met hun fraaie tijden. Mijn speciale felicitaties gaan echter uit naar Leon. Kerel, je hebt jezelf overtroffen! Op de laatste 10 km heb je een fraaie versnelling tot 25 minuten op de 5 km ingezet en wist die tot het einde toe vast te houden. Je loopschema was tegenovergesteld van die van de doorsnee loper. Bij de meeste lopers treedt na de 30 km een onafwendbaar verval in. Jij hebt de tweede helft met een negatif split gelopen van maar liefst 15 minuut 39! Mijn negatif split was slechts 3 minuut 26. Leon heeft een traditie voortgezet van drie andere (oud)road runners die ik ook op hun eerste marathon als haas heb begeleid: Gero Kloppmann, Jeroen Kuilman en Hans Moerman. Bij allen was het scenario hetzelfde: versnellen op de laatste kilometers en eerder finishen dan hun haas.
Na afloop dronken Leon en ik een groot koel glas Erdinger (alcoholfrei). Hoewel ik niet zo’n groot liefhebber ben van alcoholvrij bier, smaakte het bier mij ditmaal opperbest. Op de terugweg hebben we nog enkele historische foto’s gemaakt. Zo stonden we voor een enorm gazon (ca 1 km lang). Op het gazon lagen duizenden marathonlopers in de zon uit te rusten. Achter het gazon was de Reichstag te zien. Misschien zat bondskanselier Angela Merkel in het gebouw, want ze had ’s ochtends het startschot gegeven. We gingen terug naar de Hauptbahnhof. Rechts van de brug aan de oevers van de Spree lagen de bezoekers van de café’s uiterst relaxed in hun strandstoelen in de zon te genieten, terwijl op het water diverse rondvaartboten rondtoerden. Het moet een topdag voor de horeca zijn geweest. Volgens de website van de marathon waren die dag ca 1 mln bezoekers naar Berlijn gekomen.
Onze terugreis naar Rotterdam verliep helaas niet sneller dan de heenreis. We vertrokken om zes uur ’s avonds. Op de A2 tussen Magdeburg en Hannover stond een file van maar liefst 32 km. Gelukkig hoorden we deze file op de radio in een wegrestaurant. We kozen daarom direct een andere route over landweggetjes om zo voorbij Hannover weer op de A2 te komen. Dat lukte en om kwart over vier kwamen we in Capelle aan den IJssel aan. Hoewel ik al over enkele uren achter m’n bureau bij PwC zou zitten, was zo’n laat aankomsttijdstip ditmaal niet echt erg. We hadden elkaar tijdens het rijden afgewisseld en konden onderweg slapen. Een kwartier later stapte ik mijn huis binnen. Het was een vreemde gewaarwording. Ik was maar iets meer dan twee dagen van huis geweest en toch had ik het gevoel alsof er een week voorbij was gegaan. Dat vond wellicht zijn verklaring in de vele indrukken en belevenissen van die dagen. Maar nu was het enerverende weekend echt voorbij. Terugkijkend mag ik zeggen: “Liebe Gero, Anne und Berlin. Herzlichen dank für das schöne Wochenende. Bestimmt hoffe ich uns bald wieder zu treffen. Tschüss!”
Raymond
Tags: Stedenmarathons