RoPa Run 2007: terugblik van een rennende reporter

Artikelindex

Voor de RoPa Run gelden diverse superlatieven. Het is met zijn 530 km van Parijs naar Rotterdam de langste non-stop estafetteloop in Europa. Met zijn deelnemersveld (212 teams van gemiddeld ca 25 personen) behoort de RoPa Run tot de grootste estafettelopen in Europa. Met zijn enthousiaste publiek behoort het beslist tot de leukste estafettelopen die er bestaan. Kortom genoeg redenen om in 2007 deelgenoot te worden van een uniek evenement.

Wat er aan vooraf ging
In december 2006 kwam Michiel van Baarle, een oud-Road Runner van de Erasmus Universiteit Rotterdam, tezamen met een toen nog voor mij onbekende collega, Rogier van Erk, op m’n kamer. Rogier vertelde dat hij van plan was om binnen PwC een team te formeren om zo in 2007 deel te kunnen nemen aan de RoPa Run. Rogier was een enthousiast verteller. Hij was bezig om binnen PwC allerlei mensen aan te zoeken voor deelname, waaronder uiteraard lopers. Van Michiel had hij gehoord dat ik aan hardlopen deed “en iets met marathons”. Er bestond dan een kans dat hij een loper aan de haak zou kunnen slaan. En jawel, dat lukte. De RoPa Run was geen onbekend fenomeen voor mij. Diverse vrienden van mij op de Erasmus Universiteit hadden in eerdere edities van de RoPa Run meegedaan. Bovendien had ik de voorgaande jaren enkele vrienden uitgezwaaid, toen het parcours nog van Rotterdam naar Parijs ging. Hoe het tijdens de estafette er aan toe zou gaan en hoe het parcours eruit zou zien, daar kon ik me nog moeilijk iets bij voorstellen. Het aanbod van Rogier vormde daarom een uitgelezen kans om hierin verandering te brengen.

Eind december 2006 kwamen we als PwC team voor het eerst bij elkaar. Van de ca 25 personen kende ik slechts een handvol. Rogier vertelde onder meer over de achtergronden van de RoPa Run. Een van de hoofddoelen is om gelden bijeen te brengen voor palliatieve zorg van patiënten en hun naaste familieleden onder het motto: “Trachten leven toe te voegen aan de dagen waar geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven”. Bij deze woorden moest ik even terugdenken aan een indrukwekkend en aangrijpend moment uit een eerdere editie van de RoPa Run. De uit Rotterdam vertrekkende teams maakten vlak voor hun start nog een korte ronde langs de Daniel den Hoed Kliniek in Rotterdam Zuid. Bij de ingang van de kliniek stonden tientallen patiënten met artsen en verplegers. Diverse patiënten stond daar met een rek waaraan hun infuus hing. Achter de ramen stonden rijen patiënten of zaten in een rolstoel. De blijdschap en het enthousiasme die ik op hun gezichten zag, ontroerde mij diep.

In onze bijeenkomst in december 2006 werd ik aangezocht voor de training van het PwC-team. Ik moest even slikken. Ik had wel al ervaring met het coachen en hazen van drie Road Runners op hun debuutmarathons. Zij hadden alle drie hun marathon perfect afgelegd met een versnelling op de laatste kilometers. Bovendien hadden zij sneller de marathon afgelegd dan de ‘marathonverzamelaar c.q. marathontoerist’ waartoe ik me reken met m’n maandelijkse marathon. Echter een compleet team begeleiden voor een lange estafetteloop waarbij elke loper ca 65 km loopt, dat is even andere koek.


De trainingen

Op zaterdag 19 januari 2007 kwamen de meeste lopers van ons loopteam bijeen op het sportterrein van PAC. Daar was een trainer aanwezig die ons een aantal praktische (loop)tips gaf met daarna een clinic. Deze clinic verliep voor mij desastreus. Boven op een heuvel verzwikte ik m’n rechtervoet op een stenen rand. Binnen enkele seconden zat een groot ei onder m’n enkel. Einde clinic. Een behulpzame huisarts in de sportkantine bij PAC bracht een provisorische cold pack aan. Het leek te helpen. Helaas, het was niet voor lang. Om twee uur ’s nachts bracht een huisgenoot mij naar het Sint Franciscus Gasthuis. De voet was namelijk steeds dikker geworden en het lopen werd steeds moeilijker. Röntgenfoto’s wezen uit dat gelukkig geen peesbanden waren gescheurd noch haarscheurtjes in het bot waren gekomen. De rechtervoet werd ingezwachteld en ik kreeg loopkrukken mee. Mij werd te verstaan gegeven dat ik de komende tijd beslist niet op de rechtervoet mocht staan. Ik dacht: “Ecce uomo” (ziehier de looptrainer, op krukken!). Wat te doen? Ik had het PwC-loopteam aangegeven dat ik voorlopig was uitgeschakeld. Zou hiermee ook mijn rol als trainer ten einde zijn gekomen?

IMG_5248  IMG_5795 
 IMG_5797  IMG_5815

Het lopen met krukken was ronduit een verschrikking. Pas dan word je geconfronteerd met je eigen onmacht. Heel alledaagse dingen doen, zoals een kopje thee meenemen voor het ontbijt, dat gaat niet meer. Beide handen zijn namelijk nodig voor de loopkrukken. Na twee dagen zag ik me genoodzaakt om toch het doktersadvies te overtreden. Ik begon sporadisch zonder krukken te ‘lopen’. Hinkend liep ik door m’n huis en op kantoor. Dit resulteerde in een korte terugslag. Gelukkig kon ik na drie weken me weer enigszins in een vloeiende lijn voortbewegen zonder hinkachtige looppassen te maken. M’n eerste looptraining met de Road Runners na vier weken was nog geen succes. Het tempo waarbij ik me niet zou forceren was nog dermate laag, dat ik van de groep moest afhaken. De voet was stijf maar werd tijdens het lopen wel iets soepeler. Dat laatste gaf me hoop. Een week later kon ik wel voorzichtig met de groep meetrainen. Met rustig dribbelen hield de voet zich redelijk goed.

In de navolgende weken trainden we op de zondagochtend om 10.00 uur bij PAC. Deze trainingen waren bij uitstek geschikt om in groepsverband onze vorderingen te volgen. Daarnaast hadden we vier trajecttrainingen gedaan op delen van het officiële RoPa Run-traject. Een keer hebben we een nachttraining gedaan nabij Antwerpen om de situatie bij de beruchte St Anna-voetgangerstunnel te verkennen. De zonnige maand april was een heerlijke maand om te trainen. Ook bleek dat de teamleden goede vorderingen maakten met hun trainingen en conditie.

IMG_5828   IMG_5852
 IMG_5854  IMG_5855

De laatste trajecttraining was op 13 mei. We vertrokken om 10.00 uur ’s ochtends naar Mons/Bergen. Doel van deze training was om met het heuvelachtige Belgische landschap kennis te maken. Bovendien zouden we nu precies zoals in de werkelijkheid gaan lopen, te weten met een volgauto waarin drie andere lopers zaten. We formeerden twee teams die met 5 minuten tijdverschil van elkaar gingen starten. Het gebruik van een volgauto was leerzaam. Het was voor de chauffeur zaak om de auto pas op een plaats tot stilstand te brengen waar de auto niet op de rijbaan zou staan. Dit laatste was echt nodig. Op de doorgaande wegen buiten de bebouwde kom komen in België de auto’s soms laag overvliegen. In een gemoedelijk dorp Chièvres met een klassiek marktplein hielden we tijdens deze training een korte rustpauze en ook om wat vocht tot ons te nemen. Dat moment is vastgelegd. Ik weet overigens niet of deze foto overtuigend zou overkomen bij een sponsor van een loopgroep. Op die foto staat (beter gezegd: zit) een groep personen heel relaxed te genieten in de zon. Een aantal van hen heeft sportkleding aan en loopschoeisel. Hun voorhoofden zijn bezweet. Er is dus hard gewerkt. Het plaatje wordt compleet als we naar de tafel kijken waar iets staat wat de kennelijke reden is van hun gelukstoestand. Daar staan grote glazen met dorstlessende drank. De glazen hebben de vorm van een fraai, hoog bokaal op een voetstuk. In zo’n bokaal zit heerlijk, koel, sprankelend, donkerbruin gerstenat met een witte schuimkraag van twee vingers dik: Leffe dubbel!


De Ropa Run

Op zaterdag 26 mei ging het gebeuren. Team captain Rogier sprak ’s ochtends in de hal van ons kantoor nog de manschappen toe en maakte de verdeling van de teamleden over de auto’s bekend. De chaufferende collega met wie ik in de camper meereed, bleek een fervent Feijenoord aanhanger te zijn. Dat bleek niet alleen uit zijn muziek maar ook uit een Feijenoordsjaal dat op het dashbord lag. De sjaal bleek bij een péage-tolpoort argwaan te wekken bij een Franse politieman. Een week ervoor had Feijenoord namelijk in Frankrijk gespeeld waar een bepaald deel van de supporters zich ‘roerig’ had gedragen. Naast voetbalmuziek van “010” was er ook veel muziek van “020” aan boord. Ik heb nooit geweten dat André Hazes zo’n breed repertoire had.

IMG_6126  IMG_6141 
 IMG_6142  IMG_6148
 IMG_6151  IMG_6154
 IMG_6174  IMG_6182

Het startterrein was een groot evenemententerrein bestaande uit gras en geasfalteerde wegen. Bij aankomst om ca 14.00 uur stond het al behoorlijk vol met auto’s. De diversiteit van de vervoermiddelen was opmerkelijk. Er stonden personenauto’s, campers, bestelbussen, grote bussen, stadsvervoerbussen en zelfs een harmonicabus en een truck met oplegger. Al dit rollend materieel zou de komende twee dagen door het landschap trekken, zij het dan over de voor hen bestemde wegen.

IMG_6183  IMG_6164 
 IMG_6167  IMG_6169
 IMG_6170  IMG_6185
 IMG_6192  IMG_6194

We hadden ’s middags nog even de tijd om als team te relaxen en om diverse familiefoto’s te maken. De loopteams waren inmiddels gevormd. Ik liep mee in loopteam 2. In dit team liepen m’n collega’s Victor, Waldo en Remco mee. De RoPa Run organisatie had ook aan de inwendige mens gedacht. In een grote tent konden de loopteams vooraf nog een pastamaaltijd gebruiken. Daar werd grif gebruik van gemaakt. Inmiddels waren de eerste teams al vertrokken. Om te lopen was het perfect. Het was vrij zonnig; er stond een licht briesje en het was ca 20 graden. Om zeven minuten na half zes ’s middags viel voor ons team het startschot. Na onze eerste loper uit ons team 1 en de begeleidende fietsers te hebben uitgezwaaid, ging team 2 naar de tent voor de pastamaaltijd. Daarna gingen we terug naar de plek waar onze auto’s hadden gestaan. Tot onze grote verbazing zagen we een volledig lege plek. Er was niets meer van ons team te bekennen: nada, niente, rien. Al onze auto’s waren al op weg naar de volgende verzamelplaats. Kennelijk hadden onze chauffeurs gedacht dat team 2 vast wel bij een andere chauffeur in de auto zou zitten. Gelukkig had Victor zijn mobieltje bij zich om Rogier in te seinen. Rogier nam vervolgens contact op met Robin, de chauffeur van de bagagebus, om ons op te komen halen. Robin was tezamen met bijrijder Hèdy binnen een half uur bij ons. Bij de ingang van het evenemententerrein had Robin kennelijk gesproken met een portier over de reden van zijn terugkomst. Deze portier had een goed gevoel voor humor en formulering en vroeg aan Robin met kernachtige, historische woorden: “Heb je nu alles bij je?”

De stemming in onze bus was na dit hilarische voorval opperbest. We zaten onderling een beetje te dollen om Rogier straks bij de neus te nemen. Rogier kennende zou hij ons straks beslist bellen. En jawel hoor, binnen vijf minuten ging de telefoon bij Hèdy. Het was Rogier. We zeiden tegen Hèdy: “Zeg maar tegen Rogier dat je ergens aan het eten bent”. Hèdy speelde het spel perfect mee en zei droogjes tegen Rogier dat hij en Robin honger hadden gekregen en dat zij eerst naar een snackbar waren gegaan om te eten en dat zij pas daarna ons zouden gaan ophalen. Het werd stil aan de andere kant van de lijn. Daarna hoorden we Rogier op een lange, diepe toon vol ongeloof zeggen: “Nee!”. Onze bus lag dubbel van het lachen. Hèdy stelde Rogier daarna snel gerust en zei dat het maar een grap was. Een kwartier later zagen we de arme Rogier geheel alleen staan met twee fietsen tussen de koolraapvelden net buiten de stadsgrenzen van de banlieus. Ik had met ‘m te doen....

IMG_6203   IMG_6209
 IMG_6211  IMG_6213
 IMG_6216  IMG_6222

We reden tot 50 km verderop bij een rustiek Frans dorpje, Rully, waar checkpoint 02 was gevestigd. Daar kwam ik een oude bekende tegen uit de hardloopwereld: Vivian Ruiters. Zij zat in het team van de Diergaarde Blijlopers, overigens zonder de ontsnapte gorilla Bokito. In ons team was nu alles volop in bedrijf. Onze fysiotherapeuten masseerden de benen van enkele lopers van loopteam 2; andere teamleden maakten het avondeten klaar en het proviand voor loopteam 2, en het organisatieteam had de handen vol aan hun bezigheden. Onderhand begon het schemerig te worden. De lopers en fietsers van de andere RoPa Run teams waren nu goed te zien door de helderblauwe schijnsels van de led-lampen die zij bij zich hadden. De stemming zat bij de teams er goed in en er was ook een gevoel van onderlinge solidariteit. We moedigden de andere teams aan en kregen leuke reacties terug.

Om ca half tien kwam ons loopteam 1 aan. De lopers zagen er fit uit. Snel gaven ze ons de hesjes waarop aan de voor- en achterzijde ons teamnummer 208 was bevestigd. Nu was loopteam 2 aan de beurt. Het was nog warm. Een echte zomeravond. We liepen daarom in een t-shirt met korte tight. Ons team had de vaart er goed in. We liepen gemiddeld iets boven de 12 km per uur. De afwisseling met de andere teamgenoten vond ik erg prettig. Telkens als ik had gelopen en ons busje naar het volgende wisselpunt was gereden, stapte ik uit om af te koelen. Mijn voorhoofd leek wel een waterbron. Remco vroeg nog aan mij of ik ‘een lekke koppakking had’. De rusttijd van 15 minuten voor de volgende beurt was voor mij perfect om weer geheel uitgerust het volgende stuk te rennen. Na ruim twee uur gerend te hebben, kwamen we in een bosgebied terecht nabij Compiègne. Hier mocht onze volgauto niet op onze route rijden en moesten de drie niet-rennende lopers op fietsen meerijden. Nadat we een kilometer gefietst hadden, begon het ineens hard te regenen. Gelukkig had een van ons een mobieltje bij zich en waren we nog niet op een bosweg beland waarop geen auto’s mochten komen. Onze volgauto kon daarom snel bij ons komen om ons onze trainingsjacks te geven. Na afloop van de RoPa Run heb ik overigens vernomen dat het die avond werkelijk noodweer was geweest in Parijs. Wij hebben nog geluk gehad.

IMG_6239   IMG_6241
 IMG_6243  IMG_6246
 IMG_6247  IMG_6248
 IMG_6255  IMG_6254

Het bos bij Compiègne was stikdonker. Je zag haast niets voor de ogen. Ik was blij dat ik een ledlamp op m’n hoofd had. Op enkele plaatsen hoorde ik uit het bos een vreemd aanzwellend geluid. Het leek op een kakafonie van een kolonie uitheemse vogels dat zijn nachtelijk onderkomen had gezocht in de boomtoppen. Het geluid deed nogal sinister aan en zou perfect passen in een horrorfilm. Alleen het monster ontbrak nog. Even later bemerkte ik dat het geluid niet uit de boomtoppen kwam maar lager. Het kwam rechts van mij, van de grond. Het kwartje viel. We reden in een moerasgebied waar duizenden kikkers zaten die hun avondserenade brachten. In het donkere bosgebied lag een punt waar ons loopteam (waarschijnlijk) even van de route is geraakt. In en na Compiègne kwamen we weer andere teams tegen. Sommige teams hadden zich wel erg kleurrijk uitgedost met allerlei verlichte soorten loophesjes. Het zag er bijna feestelijk uit. Bij het dorpje Lassigny lag checkpoint 03. In dat dorp wisselden we weer met loopteam 1 en konden we onze rust nemen.

 IMG_6263  IMG_6266
 IMG_6269  IMG_6278
 IMG_6296  IMG_6302
 IMG_6313  IMG_6319

Gedurende de tijd dat een loopteam niet hoeft te lopen, moeten de lopers alle andere nodige zaken doen. Dat betekent: het laten masseren van de benen, eten, zich verfrissen, de stand van zaken doornemen met de andere teamleden en indien nog tijd overbleef: slapen. De eerste rusttijd heb ik overigens prima kunnen benutten om te slapen. Met 2,5 uur was ik weer helemaal het heertje. We werden even na half zes gewekt. Team 1 zou binnen 20 minuten aankomen. Na een wat haastig ontbijt togen we weer op pad. Het weer was vrij bewolkt. De temperatuur was aangenaam en -wat belangrijker was- het was vrijwel windstil geworden. Deze ochtend had ik m’n fotocamera weer bij me. De meeste foto’s maakte ik in m’n pauzes en soms tijdens het lopen. Het fotograferen was dankbaar werk. Het noorden van Frankrijk is een vruchtbaar landbouwgebied met eindeloze golvende velden met o.a. tarwe, koolzaad, suikerbieten en maïs. In de bermen zag je her en der veldbloemen met klaprozen, een nationaal symbool van Frankrijk. De golvende velden met vrijwel volgroeide tarwe fotograferen leverde ook fraaie plaatjes op. Al die ontelbare tarwehalmen, een oneindige zee was dat. Een half uur na onze start kwamen we door het dorp Vermand. Daar was checkpoint 04 gevestigd. De BZN-achtige muziek “(o.a. “Meisje, ik ben een zeeman”, etc. etc.) galmde over het lommerrijke dorpsplein je tegemoet. (Ja, ja, daar zullen de Fransen om half zeven ’s ochtends vast blij mee zijn geweest!) Midden op het plein, onder de bomen waren een groep iglo-tenten in een cirkel opgezet. Een aantal mensen van de RoPa Run organisatie zaten daar met zeemanspetten op, op stoelen langs de kant van de weg en hadden de grootste schik. Maar wij moesten verder. Want onze trein ging maar voort en als maar voort..... Onze ochtendsessie verliep gesmeerd. Omstreeks om half tien kwamen we op onze bestemming aan en nam team 1 de fakkel over voor de volgende 50 km.

IMG_6320  IMG_6325 
 IMG_6328  IMG_6333
 IMG_6337  IMG_6341
 IMG_6350  IMG_6351

Inmiddels hadden we gemerkt dat we behoorlijk voor op schema lagen. Vóór de start hadden we een gemiddelde loopsnelheid van 11,5 km per uur opgegeven. Een team heeft een toegestane afwijking van ca 0,5 km per uur naar boven. Wij als compleet team hadden een gemiddelde snelheid van iets boven de 12 km per uur. Een grotere snelheid zou mogelijk ertoe kunnen leiden dat we bij een controlepost enige minuten stop-and-go zouden krijgen om te voorkomen dat we te vroeg in Rotterdam zouden aankomen. Onze vooraf aangegeven richttijd voor aankomst was ca 15.00 uur. Nu lagen we in Noord-Frankrijk al anderhalf uur voor op schema. We moesten dus oppassen......

’s Middags om even na 2.00 uur was het weer onze beurt. Het was intussen vrij zonnig geworden. In de voorgaande uren hadden we gemerkt dat we steeds bepaalde teams tegenkwamen. Zo was team 011 dat steeds ‘haasje over’ met ons deed. Verder was het beruchte team 005 dat maar lukraak hun lopersauto op de rijbaan stilzette om lopers te wisselen. Ook de teams 048 en 078 zagen we frequent. Het veelvuldig wisselen van plaats riep een zekere sportieve rivaliteit tussen de teams op. We begonnen het als een sport te zien om hen onze hielen te laten zien, maar zij ook! We voerden onze loopsnelheid op. Onze kwalificaties richting andere teams waren eerst nog gematigd als we een team hadden ingehaald. We spraken nog in termen van “Je plek weten” of “Even hun iets duidelijk maken”. We moedigden elkaar aan als we weer een ander team naderen. Er volgenden dan aansporingen als “Kan je hebben!”, “Makkie!”. Later werd het wat fanatieker met: “Pak ‘m!” of “Vreet ‘m op!” Op een gegeven moment ontstond zelfs een krijgshaftig sfeertje in de bus. Er werd nu gesproken in jachttermen. De andere teams waren wild dat bejaagd moest worden. En op het jachtterrein voor ons zagen we nog behoorlijk wat loslopend wild rondlopen. Dat moest nog verschalkt worden. Ik zie nog de voldoening op de gezichten van Waldo en Victor bij het melden van hun jachttrofees bij terugkomst in de bus. “Ik heb er weer een/twee gepakt!”. Ik heb mezelf ook volop in het strijdgewoel geworpen. Er waren een aantal stukken bij waar de snelheidsmeter 17 km per uur aanwees. Op een dalend stuk ‘wildbaan met veel loslopend en aangeschoten wild’ wees de teller zelfs een keer iets meer dan 20 km per uur aan. Heerlijk waren zulke ‘rondjes snipen’ om andere teams zo het nakijken te kunnen geven. M’n benen zaten vol met power en het was volstrekt niet aan ze te merken dat ze een week eerder nog de (zeer fraaie) marathon van Hoorn hadden gedaan. Maar....., dit was wel heel kwistig met energie omspringen. Zouden we dit lang kunnen volhouden?

Op een gegeven moment kwamen we weer terecht op een bekend stuk parcours van ons: het dorp Tertre nabij Mons/Bergen. De wegen werden hier qua horizon langer en rechter. Het landschap werd glooiender en minder heuvelachtig zoals in Frankrijk. Ook kwamen we weer door Chièvres waar we nu helaas geen Leffe konden pakken. Op de 12 km kaarsrechte weg naar Edingen/Enghien waren we weer in een loopduel verzeild geraakt met team 11. Een loper uit dat team passeerde op ca 20 meter achter onze auto Remco. Dat kon niet! Deze brutaliteit vroeg om antwoord. Toen ik uitstapte om de volgende km te doen, sprintte ik de grapjas voorbij. Hij riep nog: “Ze hebben de joker ingezet!”.

In Edingen vond weer een wissel plaats met team 1. Onderhand begon de RoPa Run voor onze lopers zwaar te worden. Ook bij andere teams werd de vermoeidheid steeds zichtbaarder. De groeiende vermoeidheid leidde ertoe dat we in ons gezamenlijke loopteam overstapten op kleinere etappes: 40 km in plaats van 50 km. Dat was een verlichting. In de avondetappe van ca 10.00 uur tot 1.30 uur liep ik nog steeds lekker. Een tempo van 15 km per uur ging nog prima. En het haasje over met team 11 was nog steeds gaande. Vlak na Waasmunster, in het dorp Zele begon opeens de RoPa Run een feest te worden. De inwoners van de plaats hadden overal op de weg brandende vuurpotten neergezet en slingers langs het parcours. Links en rechts stonden mensen in groepen bij elkaar of zaten met de familie ’s nachts in hun voortuin. Ik moest op een gegeven moment op een marktplein tussen de drommen klappende mensen door een RoPa Run poort lopen en een aangeboden bekertje water onder aansporingen van het publiek opdrinken.

Onze eerdere nachttraining bij Antwerpen bleek heel nuttig te zijn geweest en wierp nu zijn vruchten af. We wisten precies hoe we door Antwerpen moesten rennen. Op basis van twee beschikbare fietsen voor de lopers gingen Victor, Waldo en ik als lopers op pad met een kaartlezende fietser. De St Annatunnel was eigenlijk een makkie. We moesten de lift nemen omdat de roltrap buiten gebruik was gesteld. Waldo ging met ferme pas door de tunnel. Aan de uitgang van de tunnel stond veel publiek dat de teams aanmoedigde. De looproute was voorts met oranje vlaggen en linten aangegeven. Gedurende onze snelle exercitie door Antwerpen zag ik op een gegeven moment een loopteam uit een richting komen die niet klopte. Daar zal vast wel een fikse dwaalpartij aan vooraf zijn gegaan. Om even na half twee kwamen we op onze wisselpunt aan.

IMG_6358  IMG_6359 
 IMG_6363  IMG_6364
 IMG_6365  IMG_6366
 IMG_6361  IMG_6368

De volgende ochtend, maandag tweede Pinksterdag, werden we om even voor zes uur gewekt. We waren nu in Bergen op Zoom. Het was voor de lopers een feestelijk onthaal daarginds. Ook de zon deed een duit in het zakje. Overal langs de route hingen gele vlaggen en gele ballonnen aan slingers. Op verschillende plaatsen stonden of zaten al mensen langs de route. Op weg naar het centrum kwam ik op een gegeven moment een grote, vervaarlijk uitziende zwarte gorilla tegen. De gorilla had een bord op zijn buik waarop stond: “Bokito on tour”. Bokito was nu braaf, zeker niet bijtachtig en deelde de lopers bananen uit. Op de grote markt van Bergen op Zoom stonden veel mensen langs de route. Er was ook een spreekstalmeester aanwezig die de passerende teams van commentaar voorzag en verder was een hoogwerker opgesteld voor radio- en tv-reportages. Aan het einde van Bergen op Zoom hing een bord aan een glazen wand met de leus: “Nog 85 km te gaan, voordat jullie op de Coolsingel staan. Succes”.

IMG_6372   IMG_6377

Het aangrenzende dorp Halsteren was ook in stemming. Ook hier hingen gele vlaggen en ballonnen en er stonden langs de stoeprand om de twee meter een oranje/gele blikken emmer. De broodkruimels van Klein Duimpje waren er niets bij. Verderop langs de looproute stond een fanfare vrolijke carnavalsdeuntjes te blazen. Na Halsteren liepen we langs de rand van Steenbergen richting Tholen. Het landschap werd nu geheel open en vlak. Een echt Hollands landschap. Het lopen werd voor mij nu ook zwaar. Ik mocht blij zijn als ik m’n loopgemiddelde op 12 km per uur kon houden. Het omhooglopen van de brug over de Krammersluizen in de Oosterschelde, was een taaie klus. We liepen nu langs een fraai natuurgebied en fourageergebied voor vogels. Remco maakte me nog attent op een waterbuffel die voor de helft in het water stond/lag. (Ideetje voor een reclamespot van Peer Mancini voor Melkunie? Dames die aan het badderen zijn in het water?) Na de Krammersluizen liepen we over de Philipsdam. Van Rijkswaterstaat kregen de RoPa Runners een schouderklopje. Op een hoge uitkijktoren naast de sluis hingen drie grote spandoeken onder elkaar met de tekst “HUP” “ROPA” “RUN”.

 IMG_6382 IMG_6389 
 IMG_6390  IMG_6396
 IMG_6407  IMG_6409
 IMG_6410  IMG_6419

Een paar kilometer voorbij het Grevelingenmeer lag het dorp Oude Tonge, ons laatste wisselpunt met team 1. Vervolgens reden we nu naar de wisselplaats net na Klaaswaal waar teams 1 en 2 zouden samenkomen om vandaar uit samen het laatste stuk te doen. Onderweg kwamen we nog langs een feestelijk versierd Cromstrijen dat volgens het spandoek over de weg op 500 km afstand van Parijs lag.

IMG_6420  IMG_6422 
 IMG_6425  IMG_6428
 IMG_6429  IMG_6430
 IMG_6431  IMG_6436

Het laatste gezamenlijke stuk ging nog heel behoorlijk. Op een gegeven moment kwamen we weer op bekend terrein: de Heinenoordtunnel. Het was het laatste deel van onze Finish-training. Michiel en ik liepen samen in de tunnel tot aan het bovenste punt van de uitgang. Zelfs op het stijgende deel liepen we nog 12 km per uur volgens de km-teller! Op de kop van de Dordtsestraatweg hebben we een nog een gezamenlijke familiekiek gemaakt vóór een gebouw van Erasmus MC. Het is een heel leuke foto. Je ziet daar zes lachende, ontspannen lopers die samen in de afgelopen dagen iets moois hebben beleefd.

IMG_6455  IMG_6458 
 IMG_6460  IMG_6461
 IMG_6464  IMG_6466

Even verderop aan de Groene Hilledijk kwamen we weer in een versierde omgeving terecht met drommen klappende mensen. Boven de uitgang van de Daniel den Hoed Kliniek hing een groot spandoek namens het familiehuis Daniel den Hoed. Op dat doek stond slechts één woord geschreven. Het was in heel grote letters geschreven en drukte op de meest kernachtige wijze wellicht de wereld van emotie uit van degenen voor wie het deden: BEDANKT. Weer moest ik even slikken....

IMG_6476   IMG_6477
 IMG_6480  IMG_6483
 IMG_6484  IMG_6485

Gedurende de laatste kilometers tot de finish heb ik m’n rol van rennende reporter omgeruild in die van fietsende reporter. Ik kon zo de laatste kilometers goed vastleggen. Ik heb ervaren dat bij een marathon de laatste kilometers de meeste indruk achterlaten. Dat zijn kostbare momenten die je bijblijven. Zulke momenten moet je zo veel mogelijk vastleggen en zeker op zo’n indrukwekkende estafetteloop als de RoPa Run. Een mooi moment was de afdaling op de Erasmus Brug. Deze is genomen aan het begin van de tuien van de brug. Iedereen van ons team kijkt met een ingetogen lachje.

IMG_6488  IMG_6491 
 IMG_6493  IMG_6494
 IMG_6495  IMG_6497

Op de hoek van de Blaak en de Coolsingel vielen de eerste regendruppels. Dit was de eerste regen sinds Noord-Frankrijk. Voor het fotograferen was het gelukkig nog geen probleem, dus kon ik het meest belangrijke deel van de route goed vastleggen: de 400 meter op de Coolsingel. Er stonden overal dranghekken langs de route met daarachter rijen mensen. Inmiddels waren overal paraplu’s opgestoken. Het werd een kleurige zee van schermen. Onze andere teamleden, allemaal in het oranje PwC-shirt gehuld, liepen of fietsten mee. Dit was het ultieme moment om als compleet PwC-team voor de buitenwereld aan te treden. De voorste lopers droegen een groot spandoek. Naast mij liep m’n collega Maarten. Ik hoor hem nog vertwijfeld roepen: “Niet te hard! Niet te hard! Dit houd ik niet bij!” Zijn benen zaten werkelijk op slot. Om 14.03 uur passeerden we de finishlijn.

IMG_6498   IMG_6499
 IMG_6500  IMG_6501
 IMG_6514  IMG_6505

Direct na de finish knalden de kurken. We feliciteerden elkaar met het volbrengen van een zware taak We waren gelukkig en eigenlijk ook een beetje opgelucht de klus goed geklaard te hebben. Iedereen was gezond en wel over de finish gekomen. Ook waren we gespaard gebleven van ongevallen en pech. Alles had ons meegezeten. Zelfs het weer. De stemming tussen de teamleden was al die tijd goed gebleven, ook toen het zwaar werd en het tekort aan nachtrust zijn invloed deed gelden. Kortom RoPa Run 2007 was een leuke en enerverende gebeurtenis geweest die ons lang zal bijblijven. Marco deelde ons de RoPa Run plakken uit. Het waren koperkleurige vierkante plakken met de punt naar boven aan een rood-wit-blauw lint. Aan de voorzijde staat bovenaan met hoofdletters geschreven: ROPARUN en dan schuin linksonder in kleinere letters: “Parijs” en schuin rechtsonder “Rotterdam” en geheel beneden twee memorabele data: “26 – 28 mei 2007”. Deze plak neemt een bijzondere plaats in m’n doos met de plakken van de 84 voorafgaande marathons. Het is een plak van een buitencategorie, een sportieve kleinood. De foto van ons complete team na de finish op de Coolsingel is erg leuk. Al die lachende smoeltjes van een jong team. Het is een sympathiek cluppie. De rennende reporter heeft op fotogebied zich overigens aardig geweerd: 392 foto’s en dat van slechts de helft van het parcours!

Wat de statistieken aangaat, hebben we als debuterend team het heel aardig gedaan. We namen de 102de plaats in van de 210 gefinishte teams. Onze totale looptijd was 44 uur en 27 minuten. Per saldo kwamen we een uur eerder binnen dan was begroot. Onze gemiddelde snelheid was exact 12 km per uur. Het snelste team, Cegelecrunningteam liep gemiddeld 16,87 km per uur en volbracht de krachtproef om 16.25 uur in 31 uur en 37 minuten. Het laatste team, VRR Veiligheidsregio Rotterdam kwam na 49 uur en 40 minuten binnen en liep gemiddeld 10,74 km per uur.

Op vrijdagavond 15 juni was de afsluiting van RoPa Run 2007 in Alcazar te Puttershoek. Het was een feestavond voor de deelnemende teams. Het werd dubbel feest toen een nieuw fondsenwervend record bekend kon worden gemaakt: € 3,7 mln. Chapeau! Deze opbrengst is zeer welkom. Ik ben overtuigd dat deze middelen goed terechtkomen en dat het tot geluk zal bijdragen voor hen die nog een zeer beperkte levenshorizon voor zich hebben. Het motto van de RoPa Run is mooi verwoord. Het drukt precies de bedoeling uit en laat je daarom niet meer los: “Trachten leven toe te voegen aan de dagen waar geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven”.

Raymond

contentmap_plugin

Tags: Overig