De Transgrancanaria: een juweel van een trail

Op het Spaanse eiland Gran Canaria ca 300 km ten westen van de Zuid-Marokkaanse kust wordt sinds 2003 een prachtige maar zeer zware trail georganiseerd: de Transgrancanaria. Zoals de naam het al zegt, gaat de trail over vrijwel het hele eiland. Lopers kunnen diverse loopafstanden doen: 17, 30, 44, 84 en 125 km. Bij deze laatste afstand moeten de lopers binnen 30 uur ook nog eens ca 8.500 hoogtemeters overbruggen van met name vier bergtoppen.

Het ronde vulkanische eiland Gran Canaria is relatief groot: ca 60 km in diameter. Het bijzondere aan dit eiland is dat het heel verschillende landschappen en weertypen kent. Het noorden is groen en relatief nat vanwege de bestendige noordoostpassaat die daar waait. De kustregio is vaak met name ’s ochtends vaak bewolkt en tegen de berghellingen valt regelmatig regen. Het zuiden daarentegen is droog en spaarzaam begroeid. Het binnenland is bergachtig en heeft op vele punten prachtige vergezichten. Gran Canaria is in wezen een grote vulkaan. De eigenlijke vulkaan is in de loop van miljoenen jaren grotendeels door erosie weggesleten. Het merkwaardige is dat de eigenlijke kraterpijp, el Roque Nublo nu als een 65 meter hoge verticale pijp op een plateau hoog boven het omliggende rotslandschap uitsteekt. Dat heeft een reden. Bij de laatste vulkaanuitbarsting was de kraterpijp gevuld met basalt, een hardere steensoort dan de mantel van de vulkaan.

SAM_0982 SAM_0967
SAM_0987 SAM_0998

De organisatie heeft zijn best gedaan om de lopers van de 125 km trail de mooiste en meest indrukwekkende punten van het eiland te laten zien. Ook is de trail voorzien van een vleugje alpinisme want de lopers moeten in de derde etappe behoorlijk klauteren en zelfs via een paar dikke touwen ca 10 meter vertikaal naar beneden abseilen. En dit alles geheel in het donker in het spaarzame licht van een ledlampje. Ik vond het fantastisch. Dit was pas avontuur! Hoe anders is dit vergeleken met al die brave, vlakke asfaltmarathons in de steden die ik in de voorbije jaren had gedaan.

Het parcours van de 125 km bestaat uit 14 etappes met de startplaats in het noordoosten, in de fraaie kustplaats Agaete en de finish in het uiterste zuiden, in de kustplaats Meloneras. De start was om middernacht van zaterdag 1 maart en de sluitingstijd was op zondagmorgen 2 maart om 6.00 uur. De lopers hebben dus 30 uur de tijd om de trail af te leggen. Bij een gemiddelde loopsnelheid van iets meer dan 4 km per uur legt een loper deze trail binnen de gestelde tijdslimiet af. Dat lijkt niet veel maar schijn bedriegt. De hoogtemeters halen behoorlijk de snelheid uit de race. Als je bergop 2 à 3 km per uur haalt, dan is dat een heel behoorlijk tempo. Ik heb me hierop danig verkeken. Maar ja, ik kom uit het vlakke Nederland en heb weinig ervaring met bergtrails. Als enigszins vergelijkbare trail had ik in juni 2013 de Verdon Canyon Challenge gedaan, een trail over een afstand van 100 km met ca 7.000 hoogtemeters, waarvoor de lopers 35 uur de tijd hadden. De Transgrancanaria is in meerdere opzichten wat pittiger dan de Verdon CC. De loopafstand is 25 km langer, de tijdslimiet is 5 uur korter en de trail heeft 1.500 meer hoogtemeters. Maar als uitdaging is deze trail dan weer aantrekkelijker. Niets is zo leuk als het verleggen van grenzen, nietwaar?

SAM_1009 SAM_1013
SAM_1022 SAM_1045

Op vrijdagavond om ca 22.00 uur werden we –een groep van 30 lopers- met een bus vanuit busstation San Telmo in de hoofdstad Las Palmas, naar de startplek in Agaete vervoerd. Het was nog aangenaam warm, ca 18 graden met een kalm briesje. Niettemin hadden vrijwel alle lopers zich dik aangekleed en hadden veelal nordic walking sticks bij zich. Ik was gekleed in een loopshirt met lange mouwen en een halflange tight. Wel had ik in m’n rugzak, het voorgeschreven winddichte trainingsjack bij me. Ook had ik in m’n rugzak de nodige proviand bij me: 4 mueslibollen, twee bananen en 12 energierepen. Daarnaast had ik een bidon van 1 liter. Achteraf bleek dit bidon voor mij een te kleine inhoud te hebben want ik heb het bidon onderweg herhaalde malen gevuld met water uit bergstroompjes, naast het steevast vullen bij elke verzorgingspost.

Ik was heel benieuwd wat ik allemaal ging aantreffen. Bij het busstation heb ik een tijd gesproken met Mark de Zwart uit Castricum, Noord-Holland, die deze trail al eens eerder succesvol had afgelegd. Mark had voor deze editie behoorlijk intensief getraind met weekkilometrages van rond de 100 km. Dat was ruim het dubbele van wat ik had gedaan. Hij had als voordeel dat hij op een steenworp afstand van de duinen woonde en daar goed kon trainen. Maar Mark had mogelijk iets te veel getraind want hij had wat last van zijn kniebanden en had uit voorzorg beide knieën ingetaped. Niettemin was hij vol goede moed en waarom niet als je al eenmaal deze trail succesvol hebt afgelegd.

Bij de startplaats was veel publiek aanwezig en dat voor slechts 544 deelnemers op deze afstand. Ik zag dat alle deelnemers hun winddichte jack aan hadden gedaan en dat moest betekenen dat het boven in de bergen koud zou zijn. Het regende ook enigszins. Het leek me daarom raadzaam om ook maar m’n jack aan te doen. “Go with the flow”, zo luidt een bekend Engels gezegde. De spreekstalmeester gaf de lopers nog enige aanwijzingen en om stipt 24.00 uur klonk het startschot.

De eerste etappe
De eerste klap is een daalder waard, zo zegt men. Zo ook bij deze trail. De lopers moesten over een afstand van 10 km ruim 1.400 meter stijgen. Dat was de grootste stijging in het parcours. Ik had mijn les geleerd van Verdon om niet te ambitieus van start te gaan en met beleid deze hoogtemeters te nemen. Het was zaak om de beenspieren bedrijfswaardig te houden en ze in het begin niet te zwaar te belasten. In geen geval mag je tijdens het lopen een schrijnend gevoel krijgen in de quadriceps want dat is het signaal deze spieren worden overvraagd. Bij Verdon bestond de eerste etappe eveneens uit grotendeels een klim omhoog en die had ik vrijwel geheel al dribbelend genomen. Daar heb ik later veel spijt van gehad want eenmaal boven aangekomen, waren de quadriceps zo zwaar belast geweest dat hardlopen problematisch werd en ik de rest van deze trail vrijwel geheel moest wandelen. Heel spijtig allemaal. Deze fout ging ik niet weer maken en ging daarom nu op geheel eigen tempo deze eerste etappe al wandelend bergop. Ik liep vanaf het begin vrijwel direct in de achterhoede. Dat heeft als voordeel dat je niet wordt opgejaagd door lopers achter je. Ik vond het ook hinderlijk als ik steeds in het schommelende licht zou moeten lopen van een loper achter me met een felle looplamp. Het stijgen omhoog ging voorspoedig. Wel viel het me op dat de weersomstandigheden snel minder aangenaam werden. Per stijging van 100 meter gaat de temperatuur gemiddeld genomen een graad omlaag, maar naar mijn idee daalde de temperatuur nu veel sneller. Ik was blij dat ik m’n trainingjack al aanhad. De voorheen massieve groep lopers was uiteengevallen en was nu omgevormd tot een lange lichtgevende slang van blauwe ledlampjes en rode achterlichten. Een fraai gezicht. Vlak onder de top van de berg was de eerste verzorgingspost op 10 km van de start. Het was 2.25 uur. Ik bleek 47 minuten voorsprong op de tijdslimiet te hebben. Dat was een geruststellende gedachte en een comfortabele uitgangspositie voor de rest van de trail. Ik at een stokbroodje belegd met ham en kaas en wat banaan, vulde m’n bidon en ging gauw verder.

De tweede etappe
De tweede etappe van 9,5 km ging grotendeels dalend naar beneden. Dat lijkt op het eerste gezicht heel comfortabel, maar dat was het toch niet. Als de afdaling erg steil is, moet je geremd lopen en dat vergt veel inspanning van de quadriceps. Ook ging het parcours over smalle paadjes vol met losse keien. Het was precies eender als bij Verdon. Ik liep heel geconcentreerd maar rustig. M’n ledlamp gaf net voldoende licht om 2 tot 3 meter vooruit te kijken. De organisatie had de route goed uitgepijld want ik heb zelden hoeven te zoeken hoe de route liep. Dat werd wel anders op het moment dat bewolking in het bos hing en de reflectielinten minder goed zichtbaar werden. De organisatie had de route ook op gps-format beschikbaar gesteld, maar daar wilde ik niet aan. Juist het scherpe spoorzoeken in het donker gaf me de kick dat ik me als loper moest meten met de andere lopers. Het zou zonde zijn als een trail verwordt tot een competitie in elektronica. Halverwege de afdaling kwam ik een Belgisch echtpaar tegen. We raakten aan de praat en wisselden wat loopervaring uit. Ik bemerkte wel dat deze gezelligheid mij tijd ging kosten want we werden enige malen ingehaald door andere lopers. Dat was een veeg teken. Ik besloot daarom te versnellen en nam afscheid. Bij de tweede controlepost (19,5 km) bleek m’n tijdsvoorsprong te zijn geslonken tot 29 minuten.

SAM_1040 SAM_1049

De derde etappe
De derde etappe bevatte de tweede grote berg van het parcours. De stijging was nu ca 1.000 meter. De stijging was iets vlakker dan in de eerste etappe, maar dat had de organisatie ‘gecompenseerd’ door de route over moeilijker trailpaden te leiden. Op een gegeven moment stond ik voor een hoop grote rotsblokken met aan de rechterzijde een diepte van ca 20 meter. Het was even zoeken hoe het parcours verder liep, maar het bleek de bedoeling te zijn om over de rotsen te klauteren. Heel voorzichtig en voetje voor voetje ging ik omhoog. Eenmaal boven gekomen zag ik drie dikke touwen aan de rotswand hangen om verticaal naar beneden af te dalen. Dat werd een stukje abseilen. Prachtig! Heel geconcentreerd en gecontroleerd daalde ik af. De benen waren nog soepel en ik kon dus goed uit de voeten. De stijging daarna werd makkelijker. We liepen gedurende enige tijd over een schuine vlakte met een fraai uitzicht over verlichte dorpjes in de verte. Op een gegeven moment werd de berghelling weer steiler en ging het parcours al zigzaggend omhoog. Het liep gesmeerd. Onderweg haalde ik een paar lopers in en dat gaf me vertrouwen. Een belangrijk gedeelte van de derde etappe liep over de bergkam heen. Dat betekende dat de lopers vol in de koude wind liepen. Ik trok de kraag van het trainingsjack omhoog en verkleinde met m’n vingers de opening van de mouwen opdat de wind niet door me heen zou blazen. Onderweg op een godverlaten punt had de organisatie een tijdscontrolepunt ingesteld. Ik passeerde die nog net in het duister om 6.57 uur. Het werd rap lichter en binnen een kwartier was de nacht in de dag overgegaan. Dit was wel zo prettig want het scherpe turen op de grond om me niet te verstappen op losliggende keien was vermoeiend. Wat me wel zorgen baarde was dat ik heel slaperig werd. Ik had diverse malen uitvalmomenten van enige seconden. Dolgraag wilde ik even slapen maar ik wist dat ik daarvoor te weinig tijd had om op tijd bij het volgende verzorgingspost/checkpoint aan te komen. Ik werd in deze etappe ook twee maal ingehaald door andere lopers hetgeen in essentie betekende dat ik weer tijd verloor. De zonsopgang in de bergen was prachtig. Ik liep nu in de vallei van el Roque Nublo, de bekende 65 meter hoge rotspijp. Het parcours liep nu door naaldboombossen met veel onderbegroeiing. Om 8.27 uur kwam ik in het plaatsje Artenara bij verzorgingspost nummer 3 (34 km) aan tegelijk met het Belgische echtpaar. De tijdsvoorsprong was nu vrijwel geheel verdwenen: nog slechts 5 minuten. Het werd spannend.

SAM_1073 SAM_1085
SAM_1127 SAM_1138

De vierde etappe
De vierde etappe was een van de makkelijkste etappes. We bleven op hoogte lopen, maar in een open landschap. Ook was het een bewoonde wereld. Het was prettig om buiten te zijn. De zon scheen en we liepen niet meer in de wind. De temperatuur daarentegen was nog niet zo hoog. Het trainingsjack hield ik daarom aan. Heel bijzonder in deze etappe waren de bergen en heuvels waarop terrasgewijs akkers waren aangelegd. De grond was pas geploegd en ingezaaid. De contouren van deze heuvels deden me denken aan de trappiramides van Egypte. Onderweg kwam ik een bord tegen met daarop aangegeven dat het resterende parcours nog 90 km was. Ik klokte 9.15 uur. Dat hield in dat ik ruim 9.15 uur had verbruikt voor slechts 35 km. Dat was niet bepaald indrukwekkend. Ik zat in een moeilijke positie. Enerzijds wilde ik per sé de trail goed fotografisch vastleggen want deze trail was erg fraai. Anderzijds wilde ik hoe dan ook de trail binnen de gestelde tijdslimiet afleggen. Ik besloot het toch erop te wagen

door ruimhartig foto’s te blijven nemen en dit te compenseren met een wat verhoogde loopsnelheid. Het Belgische echtpaar had ik inmiddels weer achter me gelaten en ditmaal was het definitief. Het parcours liep nu door een vochtiger dal want er verschenen weer wolkenflarden. Heel bijzonder was de snelheid waarmee heldere stukken lucht werden afgewisseld met wolken. Met wederom slechts 5 minuten tijdsvoorsprong kwam ik bij verzorgingspost 4 (43,5 km) aan.

SAM_1143 SAM_1153
SAM_1187 SAM_1196

De vijfde etappe
De vijfde etappe was qua landschap grotendeels hetzelfde als de vierde etappe:weelderig groen en afwisselend iets stijgend en dan weer dalend. Met een tijdsvoorsprong van 18 minuten kwam ik bij verzorgingspost nr. 5 te Valleseco (51 km) aan. Ik haalde opgelucht adem.

SAM_1209 SAM_1258
SAM_1277 SAM_1312

De zesde etappe
De zesde etappe was grotendeels dalend. Het was inmiddels half een in de middag geworden en het werd warm om in de zon te lopen. Ik kwam een loper tegen uit IJsland, Ulli geheten Met hem liep ik tot aan het einde van deze etappe. Daarnaast kregen we onderweg gezelschap van een hardloper van de organisatie die als de bezemwagen fungeerde. Het was een sympathieke jonge vent, maar toch zag ik hem liever niet want hij was in feite de rennende deadline van deze trail. Ulli en ik besloten te versnellen en haalden onderweg zowaar een paar andere lopers in. Onze deadline loper verdween daarop weer uit het zicht. De zesde etappe eindigde in de fraaie plaats Teror (57 km) waar een grote basiliek staat. Toen ik op het kerkplein aankwam waar de verzorgingspost was ingericht, was het een drukte van belang voor de ingang van de kerk. Er was een trouwdienst gehouden want het trouwpaar stond buiten met een grote groep familie en vrienden om zich heen. Dat de zesde etappe licht was, kon ik terugvinden in m’n tijdsvoorsprong. Deze was verder opgelopen tot 38 minuten. Voorwaar een luxepositie.

SAM_1397 SAM_1420
SAM_1483 SAM_1495

De zevende etappe
De zevende etappe was weer een bergetappe en dat betekende weer veelvuldig wandelen. Maar het was een heel bijzondere bergetappe want hij bestond voor 90% uit traptreden, al dan niet verhard. Omdat het parcours zo lang bleef stijgen, meende ik dat ik bij de eerste bergtop het hoogste punt had bereikt en dat verzorgingspost zeven zich zou aandienen. De wens was de vader van de gedachte want het pakte steeds anders uit. Het parcours liep over een bergkam heen met drie steeds hoger wordende bergtoppen. Ik maakte me zorgen om de tijd want al wandelend kon ik geen nieuwe tijdswinst boeken. Maar “elk nadeel heb zijn voordeel”, zo luidt een Cruijffiaans gezegde. Vanaf elke volgende bergtop van de bergkam werd het uitzicht steeds spectaculairder. Bij de eerste bergtop keek ik uit over Teror, bij de tweede over Teror met een vallei en bij de laatste bergtop was het uitzicht over de hele noordflank van Gran Canaria tot aan de zee toe. Fenomenaal. Ik keek aan weerszijden uit op fraaie diepe valleien met weelderig groen. Iets verderop op de derde bergtop was de langgewenste zevende controlepost te Talayón (63,5 km). Ik had nog slechts 8 minuten tijdsvoorsprong. Bij deze verzorgingspost werd gekookt. Fantastisch! Ik informeerde of ik iets warms kon eten. Daar had ik sterk de behoefte aan want tot dusver had ik m’n honger alleen kunnen stillen met m’n eigen mueslibollen en bananen en wat liflafjes van de organisatie. Al die mierzoete troep bij de verzorgingsposten kon ik op den duur maar weinig waarderen ook al was het energierijk en effectief. Ik was al blij dat ik in Teror plakken ham en blokken kaas had kunnen eten. De dame bij deze verzorgingspost gaf me vriendelijk maar beslist aan dat ik niet kon mee-eten. Teleurgesteld en vol met onbegrip over zoveel onkunde en onverschilligheid van de organisatie ging ik weer op pad. Mijn teleurstelling vond ik gerechtvaardigd. Ik was al 15.30 uur onderweg en een normaal mens zou in zo’n tijdsbestek al twee complete maaltijden hebben gehad. Mijn maag was nogal hol en erg verveeld geworden en deed me zelfs zeer. Solide vast voedsel was nu dringend gewenst.

SAM_1518 SAM_1528
SAM_1533 SAM_1544

De achtste etappe
De achtste etappe was voor de eerste helft (4 km) stijgend en voor de tweede helft dalend. Er was een tussentijdse tijdscontrolepost bij Cruz de Tejeda waar een 3 meter hoge stenen kruisbeeld staat op het plein als markeringspunt van het hoogste punt (1.450 m) van de bergpas over het bergmassief. De tijdswaarnemer gaf aan dat zijn controlepost om 17.00 uur sloot en dat dat wellicht ook het geval zou zijn bij de eerstvolgende verzorgingspost. Ik had nog 28 minuten voor 4 km. Ik wist nu dat het erop was of eronder. Op het dalende stuk ging ik rennen en dat ging boven verwachting soepel. Ik liep ca 10 – 11 km per uur en dat betekende weer nieuwe tijdwinst. Onderweg had ik uitzicht op el Roque Nublo en de spitse rots Roque Bentayga. Het was een prachtig gezicht om van grote hoogte een langgerekt diep dal in te kunnen kijken met een al laagstaande zon. Ik kon het niet laten om weer enige prachtige foto’s te maken. Tijdens het snelle rennen werd ik zelfs nog eenmaal ingehaald. Het was een ervaren loopster met een soepele krachtige loopstijl. Wat haar ertoe had gebracht om nu pas met een noodvaart vooruit te spoeden, was mij een raadsel. Zij had al veel en veel verder in de race kunnen zijn. Met een tijd van 17.13 uur kwam ik aan bij controlepost acht (71 km). Volgens de strikte reglementen was ik inmiddels te laat want deze post sloot officieel om 17.00 uur. Maar men had mededogen met mij. Ze zagen dat ik erg graag verder wilde en dat ik nog steeds over een redelijke loopsnelheid beschikte. Op deze verzorgingspost heb ik het enige warme eten gehad van de hele dag. Er was warme kippensoep en ik heb zelden zo genoten van iets warms en hartigs. Gedurende de dag had ik wel 15 bidons water leeggedronken en zelfs het neutraal smakende water ging me enigszins tegenstaan. Ik had tijdens de zevende etappe al eenmaal een volledige bidon met cola leeggedronken en kwam tot de conclusie dat ook de zoete cola me snel zou vervelen. Ik had de behoefte aan iets zurigs, iets zouts en iets fris. Nu had ik dolgraag iets van zuivel (yoghurt) willen eten, want dat was het enige waaraan m’n lichaam werkelijk behoefte had. Maar ja, er was geen zuivel voorhanden …..

SAM_1555 SAM_1558
SAM_1560 SAM_1564

De negende etappe
Vanaf de achtste verzorgingspost liepen twee Spaanse deelnemers met me mee. Ze hadden nordic walking sticks bij zich waarmee ze zich energiek voortbewogen. Het leek zo nog heel wat, maar hun benen spraken heel andere taal. Die waren duidelijk vermoeid. Mijn benen daarentegen voelden nog opmerkelijk krachtig en stabiel aan. Het was duidelijk dat ik deze race goed had ingedeeld en dat ik de juiste conclusies had getrokken uit de Verdon Canyon Challenge door deze trail behoudend te starten. Tegelijk met deze lopers liepen twee ‘bezemwagens’ van de organisatie met ons mee. Van hen vernam ik dat de negende controlepost (op 82 km) om 20.00 uur zou sluiten. Dat betekende bijna 3 volle uren voor 11 km. Het parcours was weer grotendeels stijgend, maar niet al te steil. Ik liep in een stabiele cadans omhoog. De Spanjaarden spoorden mij aan om snel verder te gaan en me niet door hen te laten ophouden. Zo gezegd, zo gedaan. Halverwege de negende etappe kwam ik op een wandelpad terecht dat ik kende van m’n rondtrip twee dagen daarvoor. Ik liep nu vlak onder el Roque Nublo. De laagstaande zon zette de rots in een prachtige gouden gloed. Ook de naaldbomen van het bos waren prachtig zijwaarts aangelicht. Ik heb zelden zulke mooie foto’s kunnen maken. Even verderop werd het nog mooier. De zon stond nog net boven de horizon en ik keek uit over de zeestraat tussen Gran Canaria en Tenerife, het andere grote eiland van het eilandenarchipel. Tenerife heeft een hoge vulkaan met een besneeuwde bergtop (Teide, 3.718 m) met erom heen een hoog bergmassief. De silhouetten van de vulkaan en het bergmassief waren blauwachtig grijs. Links stond de oranje, gouden zon en over de zeestraat hing een half gesloten wolkendek van witte watten met daartussen donkere gaten. Een onvergetelijk mooi aanblik. Ik heb even ademloos naar dit prachtige vredige natuurschouwspel staan kijken. Zulke mooie momenten maak je niet vaak mee in het leven. Maar de plicht riep. Ik moest verder.

SAM_1587 SAM_1598
SAM_1603 SAM_1622

Nadat ik de vierde berg weer verder was opgegaan, kwam ik een man tegen die me aangaf om el Roque Nublo op te gaan, want aan de voet van de rots was een tijdscontrolepost ingericht. Het was voor mij inmiddels bekend terrein want twee dagen daarvoor had ik de rots ook bezocht. Op weg naar de rots kwam ik nog twee andere lopers tegen die net terugkwamen van de checkpoint. Onder aan de rots was een klein trekkerstentje ingericht waar een man en een vrouw zaten te koukleumen. De zon was inmiddels ondergegaan en de temperatuur daalde rap. Ze hadden een klein chipdetectiematje bij zich waarmee m’n tijd werd afgelezen. Het was 19.19 uur. Ze gaven aan dat verzorgingspost nummer negen drie kilometer verderop was en om 20.00 uur zou sluiten. Ik had nog 41 minuten voor 3 km. Dat werd krap. Op m’n terugweg kwam ik de twee Spanjaarden weer tegen die aangaven niet verder meer te willen strijden. Hun energie was op. De eerste kilometer naar de negende verzorgingspost was dalend en kon ik al rennend afleggen, maar daarna was het parcours weer behoorlijk stijgend. Bovendien was het weer donker geworden en was het zo nu en dan lastig om niet van het parcours af te raken, want de reflectielinten waren wat minder ruimhartig uitgehangen dan in de eerste drie etappes.

SAM_1625 SAM_1631
SAM_1632 SAM_1635

De ontnuchtering
Om 20.20 uur kwam ik bij verzorgingspost negen aan. Deze was ingericht in een grote hal vol met gestrande lopers van voorgaande verzorgingsposten en die met een bus hier naartoe waren gebracht. Bij de ingang stond een official van de Transgrancanaria die me aangaf niet meer verder te kunnen. Ik was stomverbaasd maar ook enigszins geërgerd. Net voordat ik zou kunnen beginnen aan de vier laatste dalende etappes en die ik zeker al rennend zou kunnen afleggen, mocht ik niet verder. Ik gaf de official aan dat ik dit geen prettige gang van zaken vond en dat ik zeker sneller zou zijn geweest als ik bij de eerdere verzorgingsposten kwalitatief beter en solide voedsel had gehad. Met banaan en harde stukken stokbrood met ham en kaas, daar kun je de deelnemers niet de hele trail op laten lopen, en zeker geen 30 uur achtereen. De official toonde weinig begrip en merkte op dat de weersomstandigheden zeker ook een rol hadden gespeeld bij m’n tijdsoverschrijding. Ik verzekerde hem dat dat niet het geval was. De official bleek even later een volslagen apparatsjik te zijn voor wie de regels kennelijk heilig zijn en die zich er niet om bekommert of het resultaat redelijk is of niet. Er was namelijk een Fransman die even voor 20.00 uur was aangekomen en nu verder wilde gaan naar de tiende verzorgingspost. De official merkte tegen de Fransman op:” You are disqualified too sir. You should have left this check point before eight O’clock”. De Fransman keek alsof hij water zag branden. Ik had het zeer met hem te doen. De official gaf ons aan dat we wel op eigen gelegenheid verder konden gaan, maar dat we niet meer in de eindclassificatie zouden worden opgenomen, zelfs niet als we binnen de tijdslimiet van 30.00 uur zouden binnenkomen. Inwendig was ik ziedend op de official, maar ik hield me in wetende dat het me toch niets zou baten. Ik heb nog even overwogen om inderdaad verder te gaan want de race duurde nog negeneneenhalf uur, maar daar heb ik uiteindelijk vanaf gezien. Om nog 43 km met matig ingerichte verzorgingsposten verder te moeten gaan, met een knorrende maag en ook enigszins beducht voor nieuwe slaapaanvallen, besloot ik de handdoek toch maar in de ring te gooien. De Fransman deed hetzelfde.

Tsja, hiermee was onverwachts en heel abrupt een einde gekomen aan een prachtig loopavontuur. Ik heb gevochten als een leeuw om toch maar binnen de tijdslimiet te kunnen blijven en ben tot het uiterste gegaan om dat te kunnen bereiken. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. Ik heb overigens nog nooit zo tegen een tijdslimiet gestreden. In het verleden ben ik wel vaker op mooie trails vlak voor de deadline binnen gekomen. Vooral bij de mooie trails van Willem Mütze waar ik een soort rennende fotoreporter was, was dat herhaaldelijk het geval. Bij Limburgs Zwaarste (100 km), Berg en Dal (60 km), Castricum (60 km) en Rondje Amsterdam (60 km). Allemaal waren het lopen van kantje boord. Maar ze zijn per saldo allemaal goed gegaan. Ook de Verdon Canyon Challenge kwam ik met nog geen half uur speling over de finishlijn.

Je reviendrai!
Maar goed. Ik kijk niet om met wrok. Dat bederft alleen maar het plezier. Ik mag zeggen dat de Transgrancanaria tezamen met de Verdon Canyon Challenge tot mijn mooiste en meest memorabele lopen uit m’n loopverzameling behoren. Dat is waar het uiteindelijk om gaat. Je moet als ultraloper goed tegenslagen kunnen incasseren, want onderweg kunnen zich allerlei zaken voordoen waarmee je niet of niet voldoende rekening hebt kunnen houden. Het is dan het beste om snel je verlies te nemen en te bezien of je de volgende keer wel succesvol kunt zijn. Dit heb ik ook gedaan bij de Pharaonic Run in Egypte. De eerste keer moest ik uitstappen op de 75 km en had toen geanalyseerd welke zaken de volgende keer anders moesten gaan. Dat had ik op een juiste wijze gedaan, want het jaar daarna kwam ik als tweede (!) solorunner of de finishlijn. Een mooiere revanche op mezelf kon ik me niet wensen. Beslissend daarbij was dat ik zelf allerlei eten bij de hand had. Een goede vriend van me, Frank, was als fietsende mobiele verzorgingspost continu in m’n nabijheid waardoor ik het motortje soepel draaiende kon houden. Dat ontbeerde ik op deze trail. Ik moet nu gaan nadenken hoe ik dit kan veranderen op m’n volgende deelname, want ik wil deze trail graag binnen de tijdslimiet afleggen en bij voorkeur al volgend jaar. Een oplossing zou zijn als ik eigen etenswaren op bepaalde verzorgingsposten kan laten bezorgen. Ik moet nog bezien of dat mogelijk is.

Wat de statistieken betreft. De winnaar van de editie van 2014 was Julien Chorier die de Transgrancanaria in een tijd van 14:36:28 aflegde. In totaal haalden 306 lopers de finish binnen de gestelde tijdslimiet oftewel 56%. Dit relatief lage slagingspercentage zegt toch ook wel iets over de zwaarte van deze trail.

Voor mij lijkt m’n deelname te zijn uitgelopen op een mislukking, maar zo zie ik het toch niet. De Indische sportman en vredesfilosoof Sri Chimoy heeft over mislukkingen een mooie spreuk geformuleerd: "Mislukkingen zijn de pijlers van succes”. (zie: http://www.srichinmoy.org/nl/werken/aforismen) Daar kan ik me helemaal in vinden, getuige m’n beide Pharaonic Runs.

Raymond

Link naar foto-album

contentmap_plugin

Tags: Trails

Reacties  
# Menno 16-06-2016 21:52
Met plezier en aandacht je verslag gelezen. Ik denk er over na om volgend jaar van de partij te zijn en ben maar vast begonnen met verslagen op internet te lezen. Bedankt voor de lezenswaardige beschrijving van je avontuur.